richting van het kanaal. Enkele minuten later klinken daar luide stemmenhet zijn de niet-militaire „strijders van den Islam", die de Turksche soldaten vergezellen en aanmoedigen, doch daar door de geheele actie verraden. Een halve sectie met een mitrail leur verlaat den post en vuurt langs den o. oever van het kanaal. Dit vuur wordt zwak beantwoord, doch de stemmen zwijgen verder. Dan komt de maan van achter de wolkeneerst zien de Britten nog slechts donkere massa's, die zich door de sleuven naar het water begeven. Ten slotte ontdekt men, dat de massa's pontons zijn. Eenige daarvan komen uit tegenover de Egyptische berg- batterij, die den vorigen dag op den hoogen w. rand van het kanaal heeft stelling genomen ten einde inzicht te hebben in het hooge terrein op den o. oever. De batterij en de 2 secties dekking van 128e Pioneers openen onmiddellijk het vuur, gesteund door de 6 secties 2e Rajputs (bezetting van de posten op den w. kanaal oever) en een uit de reserve te hulp snellende (versterkte) com pagnie van 62e Punjabis. Het vuren wordt algemeen. Onder de Arabische soldaten van von Kress breekt een paniek uitzij werpen de nog niet te water gelaten pontons en vlotten neer, die daardoor lek geraken of vervolgens lek worden geschoten, en springen uit de reeds te water gelaten pontons, die eveneens lek worden geschoten en zinken. De voor dekking van den overgang op de duinen op den o. oever opgestelde mitrailleurs zwijgen omdat de commandant „geen opdracht heeft gekregen, te vuren". Behoudens bij km 88. Hier slagen drie pontons er in, onder dekking van hevig mitrail leur- en geweervuur den w. oever te bereiken, één bij km 89.5, twee bij het eerst onderkende punt km 88. (De overgangspoging werd gedaan over een front van totaal 2.5 km.) De inzittenden worden onmiddellijk aangevallen, die bij km 89.5 aanstonds gedood, gewond of gevangen genomen, die bij km 88 slechts ten deele 20 man vluchten en weten zich voorloopig tegen den w. oever schuil te houden, waar zij later op den dag worden gevangen genomen. De verrassende overtocht is afgeslagen. Von Kress laat het er echter niet bij zitten. Bij het aanbreken van den dag neemt zijn artillerie de Hardinge en Requin onder vuur, die het antwoord niet schuldig blijven. Te zelfder tijd blijkt, dat de Turksche infanterie zich nog in de onmiddellijke nabijheid van den post Toessoem bevindt, 200 m z. daarvan in een loopgraaf met front w., verder naar het z. en ten o. in de dag-opstellingen van de bezetting van dien post. Die in de loopgraaf wordt snel buiten gevecht gesteld door enfi- leerend mitrailleurvuur uit den post. Een van daaruit te 7.00 ondernomen tegenaanval tegen de dag-opstellingen heeft echter slechts ten deele succes. Inmiddels heeft de commandant van de 22e Brigade te 6 30 382

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 88