wrak schieten van het schip en daarmede het onbruikbaar maken
van het kanaal lang niet uitgesloten is. Daarop begint die batterij,
welker stelling nog steeds niet is ontdekt, zich in te schieten op de
Requin, die het ook hard te verduren krijgt. Tot een afstandmeter
op de brug te 9.00 een rookpluim waarneemt en richting en afstand
vastlegt. De zoo bepaalde plaats komt ongeveer overeen met die,
waar een luchtwaamemer den vorigen dag een batterij in stelling
heeft meenen zien gaan. Men kan die plaats, die stelling, op het
schip niet waarnemenzij ligt in een inzinking van het terrein. De
Requin zal daarom een terreinstrook onder vuur nemen. Zij heeft
gelukna het derde salvo te 9.00 zwijgt de zware Turksche bat
terij de lichte blijven echter met tusschenpoozen doorvuren tot
15.30, op welk uur de Requin ook een van haar buiten gevecht stelt,
waarop de andere er verder het zwijgen toe doet. Na 9.15 kan de
Requin zich nu wijden aan het bestrijden van den aanval z. van
Toessoem, daarbij gesteund door de d'Entrecasteaux, die opdracht
heeft ontvangen, uit het Groote Bittermeer op te stoomen naar
km 96.7 1). Het kruisvuur van deze schepen verstoort de ontwik
keling van de Turksche 25e Div. 2)waarvan de n. van Serapeum
ageerende Britsche aanvalsgroep gebruikt maakt om een gunstige
verdedigende opstelling in te nemen, de 6 sien. 2e Rajputs links,
aangeleund aan het kanaal, waar de torpedoboot (043 ageert 3)de
2 sien. 92e Punjabs in den teruggebogen vleugel, het hoofd bie
dend aan de omvatting van 74 R.I., 2 sien. 2/10e Gurkha Rifles in
het centrum en de overige 6 sien. van dit bataljon in reserve.
Von Kress weet den door 2 batterijen gesteunden aanval weder
in gang te krijgen door uit de nog steeds in reserve gehouden
10e Div. 2 bataljons van 28 R.I. in te zetten. De versche troepen
slagen er echter slechts in, de anderen mede te trekken tot zij de
Engelschen tot op een 1100 m zijn genaderd. Wat hierbij opvalt is,
dat de versterking óók in front optreedtware zij omvattend in
gezet, dan had de toestand voor de Engelschen wel eens onaange
naam kunnen worden. Van hun, drie versterkte compagnieën van
62e Punjabis tellende, reserve bij Serapeum is in den vroegen mor
gen onmiddellijk een compagnie ingezet nabij Toessoem terwijl de
andere twee tegen het aanbreken van den dag z. van de evenge-
384
b Het is wel merkwaardig, dat het juist twee Fransche oorlogsbodems zijn
geweest, die aan de Engelsche troepen den onontbeerlijken steun hebben
gegeven.
b Het schijnt, dat deze aanval inderdaad slechts is uitgevoerd door 74
R.I., dat des nachts in reserve had gestaan 73 en 75 R.I. zouden volgens
deze lezing nog aan het kanaal hebben gelegen. Niettemin hebben ock deze
regimenten zich bij dezen aanval geenszins onbetuigd gelaten zij vingen de
langs het kanaal optredende Britten op.
3) Een ter opruiming van op den o. cever achtergebleven, mogelijk nog
bruikbare, pontons daar aan wal gezet detachement, stuit tusschen Sera
peum en Toesscem plotseling op overmachtige vijandelijke troepen en
moet snel terug