windsche eilanden echter eerst in 1810. Doch in 1816 kregen wij alles terug. Merkwaardig is nog, dat de eilanden in 1828 met Suriname tot één kolonie werden vereenigd in 1845 werd dit ongedaan gemaakt. Een tiental jaren geleden kwam Curasao plotseling in het mid delpunt van de belangstelling te staan door den helaas maar al te goed gelukten aanslag van den Venezolaanschen rebellen- generaal Urbina. Het simpele feit, dat die aanslag kon gelukken, was wel een bewijs dat er iets schortte aan de bescherming van ons waardevol bezit. Waardevol, thans meer dan ooit, niet alleen voor ons, doch vooral ook voor onzen „non-belligerenten bondgenoot", Amerika. Het gaat er thans niet alleen om, de kostbare oliebedrijven waar over hierna meer ongerept te houden, doch ook en vooral, geen zwakke stee te vormen in Uncle Sam's oostelijken verdedigings gordel (zie schets 2)1) Er zijn ook al eenige jaren terug in Amerika wel eens stemmen opgegaan, die bepleitten, onze West-Indische eilanden door overdracht onder de Stars and Stripes te brengen zooals Denemarken dat heeft gedaan met St. Thomas en Sa. Cruz. Nog afgezien, dat de jongste tijd wel heeft aangetoond, dat het gewenschte doel wel op andere wijze zou kunnen worden bereikt, mag wel de vraag worden gesteld, of het ooit te ver dedigen zou zijn, een gebiedsdeel, dat bijna zonder uitzondering door de namen van plaatsen, baaien e.d. en, zooals hierna zal blijken, v.w.b. de hoofdplaats ook door zijn geheele uiterlijk, ge tuigt van zijn verbondenheid met het Oranjehuis en het moeder land, te verkoopen. Deze vraag stellen is haar beantwoorden. Wij zullen ons nu verder bepalen tot het belangrijkste eiland, Curagao, dat zooals de hiervoor vermelde cijfers reeds aan toonden niet alleen de grootste oppervlakte heeft, doch ook het dichtst bevolkt is. Wij willen hier nog aan toevoegen, dat de verschillende eilanden behoudens Saba één ding gemeen hebben door de buitengewone droogte zijn zij vrijwel ongeschikt voor cultures. HET EILAND CURACAO. Curasao's gebrek aan water. In 1904 verscheen een werk van H. van Kol over de Antillen en Venezuela. 392 1) Een enkele blik op deze schets geeft ook een verklaring van de groote belangstelling van Washington voor het Fransche eiland Martinique. Zoolang de Amerikaansche bases op Antigua, op S. Lucia en in Britsch Guiana niet gereed zijn, is de deur in de gang van den Atlantischen Oceaan naar het Panamakanaal niet gesloten. Ende A.B.C.-eilanden liggen in het midden van die gang

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 98