8. NIEUWE SCHETSKAARTEN VAN NEDERLANDSCH-
INDIË (I)
door
Dr. A. J. PANNEKOEK,
Hoofd der Kartografische Afdeeling van den Topografischen Dienst.
(Met twee platen achter in dit nummer).
INLEIDING.
De door den Topografischen Dienst uitgegeven kaarten omvat
ten niet alleen de door den dienst zelf opgenomen topografische
en verkenningskaarten, maar ook kaarten van het nog niet opge
nomen gedeelte van den Archipel, de zg. schetskaarten. De gege
vens hiervoor zijn afkomstig van de meest verschillende personen,
zooals bestuursambtenaren, militairen, geologen, verkenners van
bosch- en mijnwezen, zendelingen enz. en hebben een zeer ver
schillende waarde. Hierbij kunnen zich wel nauwkeurig opge
nomen routes bevinden, doch deze hebben dan het karakter van
incidenteele metingen en omvatten slechts een strook aan weers
zijden van de meetlijn en geen volledige kaart 2)Deze metingen
moeten dus aangevuld worden met onnauwkeurige en soms in het
geheel niet gemeten schetsmatige gegevens. Het behoort tot de
taak van de Kartografische Afdeeling, dit heterogene materiaal
te verwerken tot samenhangende kaarten.
In den loop der jaren is bij den Topografischen Dienst gelei
delijk verandering gekomen in de gedragslijn ten opzichte van
de schetskaarten. Tot circa 1900 was de bemoeienis met het niet
door den dienst zelf opgenomen gedeelte van den Archipel nog
zeer beperkt. Meestal werden slechts van die gebieden, waar een
verkenning van het leger had plaats gehad, schetsmatige kaarten
uitgegeven, maar overigens werd het maken van schetskaarten
grootendeels overgelaten aan degenen, die deze toen nog weinig
bekende streken bezochten en hun resultaten in de meest ver
schillende werken en periodieken publiceerden.
352
1) Door den schrijver bewerkte gelijknamige bijdrage van zijn hand in
het „Jaarverslag van den Topografischen Dienst in Nederlandsch-Indië over
1939".
2) Kol. Ed. de Martonne omschrijft deze route-opnemingen aldus„Alors
que la topographie de reconnaissance travaille en largeur, l'exploration
chemine sur une route étroiteC'est que l'explorateurne choisit pas
telle route pour la dessiner, il la dessine paree qu'il est amené a la suivre"
(Cartographie coloniale blz. 101).