530 Draak, moet gelukkig buitengewoon groot worden genoemd, terwijl daarnaast de veronderstelling dat al zou de zuidwaartsche stoot gelukken en daardoor buitenlandsche hulp voor China wórden afgesneden, dit land tot directe onderwerping zal kunnen worden gebracht, volstrekt utopisch is. Op de gronden, welke wij hierboven noemden en uitvloeisel zijn van de niet te breken potentieele kracht van China. Wat nu een poging betreft, tot een eventueel zuidwaarts opdringen van Japan, men kan dit gemakkelijk op papier zetten, maar tusschen een voor nemen en de uitvoering daarvan moet dikwijls een lange weg worden' atgeiegd. De Japansche droom van penetratie naar het zuiden dateert niet van gisteren en met mogelijke plannen in die richting is reeds veel eerder reke ning gehouden. Er is zelfs een tijd geweest hij dateert van 1931, toen Japan met zijn actie m het noordelijk deel van China begon dat men in zeer breeden kring aannam, dat wanneer de Japansche oorlogsmachine als gevolg van de eenmaal aangevangen beweging te ver naar het zuiden zou rollen, op een bepaald oogenblik aan Japan een gebiedend halt zou worden toegeroepen. Langen tijd heeft men het eiland Hainan, dat de golf van Ton*- g beheerscht, beschouwd als het gebied, waarnaar zijn hand zich niet zou mogen uitstrekken en velen hebben de opvatting gehuldigd, dat een eventueele Japansche bezetting van dit eiland als een casus belli zou worden beschouwd. Toen Japan, na een voorzichtig en geleidelijk tasten in zuidwaartsche richting hier echter toch toe overging nadat het zich door de bezetting van de Spratley-eilanden reeds van een belangrijk steunpunt in de Chinee- sche Zee had verzekerd, gebeurde er nog niets. Wij leefden toen nog te midden van de bedaringspolitiek, welke vooral richtlijn was voor de Ver eenigde Staten en men liet Nippon zijn gang gaan en ook stond men dit nog toe, toen het verder naar het zuiden kroop en zijn invloed in het noor delijk deel van Indo-China vestigde. In Amerika verkeerde men op dat oogenblik nog in de periode van de worsteling tot het definitief vaststellen van een positieve richtlijn tegen de agressie, terwijl Indo-China met geen mogelijkheid ook een maar eenigs- zins toereikende kracht kon ontwikkelen om het op een gewapend conflict te laten aankomen en af te wachten, wat anderen zouden doen nadat het was aangevallen. Vóór men tot een besluit zou zijn gekomen, zou het lot van de geheele Fransche kolonie reeds zijn beslist. v' -3,1 ,heeft ,JaPan bü .ziin doordringen naar het zuiden groote voor- zich gheid .gracht, zijn actie werd niettemin aanleiding tot een toenemende waakzaamheid van allen, die zich hierdoor bedreigd zouden kunnen voelen en m het bijzonder Engeland en de Vereenigde Staten gingen over tot gezamenlijk overleg van wat eventueel zou kunnen worden gedaan, indien deze zuid.waartsche tendenzen zich verder zouden ontwikkelen. Ook Aus tralië heeft aan deze besprekingen deel genomen en hoewel de Nederlandsche regeering ten rechte een standpunt van volkomen zelfstandigheid wenscht in te nemen met betrekking tot de directe belangen van Nederlandsch-Indië is het zeer wel aan te nemen, dat onze positie door dit overleg eveneens tot een bepaalde hoogte kan zijn beïnvloed. Waar men tot voor betrekkelijk kort geleden een aantasting van Hainan ais een casus belli meende te moeten zien, is het onder de omstandigheden zooals die zich thans hebben ontwikkeld niet onaannemelijk, dat met betrekking tot den zuidwaartschen drang van Japan een bepaalde lijn is vastgesteld, welke niet zal kunnen werden overschreden, zonder dat van hen, die hun belangen hebben in het zuidelijk deel van den Pacific, een zeer nadrukkelijk halt klinkt. Een verdere Japansche penetratie in Indo- na, b.v m de richting van Saigon en de strategisch belangrijke baai van Camrahn, zou de positie van Singapore zóó ernstig bedreigen, dat Enge land daarin onder geen enkele voorwaarde zou kunnen berusten Maar tevens zou een verder opdringen naar het zuiden het Amerikaansche belang in gevaar kunnen brengen. De Vereenigde Staten zijn zich ten volle

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 110