Niettemin verdient de dekking van de gebleken behoefte door werving van kort-verbanders geen aanbeveling. Te betwijfelen valt, of het benoodigde contingent in alle betrokken streken kan worden verkregen en zeker moet de verwachting omtrent den toeloop van het benoodigde aantal kaderaspiranten jongelieden die voldoende schoolopleiding hebben genoten niet te hoog worden gespannen. De vrees is gewettigd, dat toepassing van het kort-verband stelsel geen volledige oplossing van het leger- vraagstuk zou geven. In dit verband moge worden herinnerd aan het woord van Luit. Gnl. van Swieteneene goede weermacht mag niet afhankelijk zijn van den meerderen of minderen lust der vrijwilligers om zich voor den strijd, die te wachten is, aan te bieden". C. Vrijwillige plaatselijke of regionale organisaties. Hierbij is in de eerste plaats gedacht aan het reeds ingevoerde en verder uit te breiden stelsel van de stads- en landwachten. Deze wachten hebben een zuiver plaatselijk-defensieve taak. Afgescheiden van de vraag, of ook na den oorlog mag worden gerekend op voldoende animo voor dienstneming bij de stads en landwachten, geeft dit systeem geen afdoende oplossing van het vraagstuk der territoriale verdediging, omdat daarmede geen personeel zal worden verkregen, bestemd voor de verschillende functiën bij de regionale mobiele reserves. Wel zou het kunnen worden ingepast in een in te voeren militie-stelsel. In de tweede plaats zouden regentschapsgewijs georganiseerde vrijwilligerskorpsen, in den geest van de bestaande Inheemsche hulpkorpsen, in aanmerking kunnen komen voor de voorziening in de personeelsbehoefte. Een dergelijke regionale organisatie zou, als gevolg van het feit, dat een korps uit een bepaalde streek wordt gerecruteerd en de invloed van de adathoofden deswege ten volle tot zijn recht komt, een grooten innerlijken en moreelen samenhang vertoonen, hetgeen als een belangrijk voordeel mag worden beschouwd. Evenwel kleven aan dit stelsel uit militair oogpunt groote bezwaren op de opleiding van dergelijke, over het geheele gebied verspreide, vrijwilligerskorpsen zou door de sterk doorgevoerde decentralisatie moeilijk toezicht zijn uit te oefenen, hetgeen de uniformiteit van opleiding niet ten goede zou komen, terwijl voorts het niet-gekazerneerd zijn de militaire vorming zou schaden. De toepassing van dit systeem verdient dan ook geen aanbeveling, zoolang nog andere methoden in aanmer king komen. D. Verplicht dienenden. Uit het vorenstaande kan de gevolgtrekking worden gemaakt, dat een bevredigende oplossing van het vraagstuk van voorzie ning in de verhoogde personeelsbehoefte dient te worden gezocht 458

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 34