mobilisatie door de op te roepen lichtingen dienst- en reserveplich-
tigen, zoomede door de op voet van oorlog gebrachte Inheemsche
hulpkorpsen wordt aangevuld tot een sterkte, waaruit de oorlogs-
onderdeelen volledig kunnen worden gevormd. In de oorlogsorga
nisatie zal men eenerzij ds eenheden aantreffen met een sterken
inslag van beroepsmilitairen, anderzijds onderdeelen, die bijna
uitsluitend uit dienstplichtigen bestaan, een en ander afhankelijk
van de te verrichten taken. Deze structuur behoeft geen ver
andering. Aldus zal de samenstelling van de landmacht door de
invoering van een Inheemsche militie slechts in zooverre worden
gewijzigd, dat de totale sterkte-verhouding tusschen beroeps
militairen en dienstplichtigen in ongunstigen zin wordt beïnvloed.
Is dat aanvaardbaar
Deze vraag moet m.i. bevestigend worden beantwoord. De
moderne verdediging te land is opgebouwd uit onderdeelen met
een groote verscheidenheid van taken. Een deel dezer taken,
voornamelijk liggend op tactisch-defensief gebied (directe kust
verdediging, stellingbezetting, objectbewaking enz.), kan zeer wel
worden opgedragen aan troepen met een korten oefentijd, mits
het oefenschema geheel wordt ingesteld op hetgeen in oorlogstijd
van het personeel wordt gevraagd. M.a.w. all-round opleiding,
doch een zoo ver mogelijk doorgevoerde specialisatie. Wij ver-
keeren in de zeer gunstige omstandigheid, dat de instructie tijdens
de eerste oefening geheel en tijdens de herhalingsoefeningen ten
deele kan worden gelegd in 'handen van deskundig beroeps-
personeel, dat in staat moet worden geacht, de dienstplichtigen
volledig geschikt te maken voor hun specifieke oorlogstaak.
Behalve v.w.b. de onderdeelen met een uitgesproken defensieve
taak, kan de Inheemsche militie worden bestemd voor indeeling
bij de offensieve eenheden van het lger. In dergelijke oorlogs-
organisatiën zijn immers een aantal functiën, zooals sommige
categorieën handlangers en treingeleiders, welke niet noodzakelijk
behoeven te worden vervuld door personeel met een langjarige
opleiding. De door Inheemsche dienstplichtigen te vervangen
beroepsmilitairen kunnen dan gedeeltelijk worden bestemd voor
die plaatsen in de oorlogsorganisatiën, welke zonder een lang
durige, uitgebreide en intensieve oefening niet naar behooren
kunnen worden ingenomen, en gedeeltelijk voor verhooging van
het beroepscontingent in de „defensieve" eenheden.
Op deze wijze zullen in de landstrijdkrachten het staande leger
en de dienstplichtigen, zoo Europeesche als Inheemsche, innig zijn
verbonden. Uit een oogpunt van legervorming is invoering van
een Inheemsche militie de eenige methode ter verkrijging van de
zoo noodzakelijke geoefende reserves, zonder welke het leger
onvoldoende „diepte" heeft om het hooge personeelverbruik in
een oorlog tijdig te kunnen opvangen.
(Wordt vervolgd).
461