6. MOTORISEERING VAN BERGARTILLERIE door H. L. HOORWEG, Kapitein van den G ener alen Staf. Met veel waardeering namen we kennis van de poging van kap. Blankemeyer in het I.M.T. van Maart 1941, het vraagstuk van de motoriseering van de bergartillerie tot een oplossing te brengen. Naar onze meening heeft de schrijver zeer juist aangevoeld, dat de huidige samenstelling van ons „zware wapen" het nood zakelijk maakt, de bergartillerie te bestemmen voor een taak, waarvoor zij naar haar aard en constructie niet geschikt is. De oplossing, die hij voorstaat, leidt dan ook tot een verloochening van haar oorspronkelijke taak en tot gebruik van het bergkanon als een surrogaat voor een lichten veldhouwitser. Nu rijst evenwel de vraag of het noodzakelijk is, met het „dena- tureeren" van dat bergkanon zoo ver te gaan, als schrijver voor stelt. Helaas heeft tot dusverre geen enkele bergartillerist zijn meening over dit vraagstuk gegeven. Derhalve zij het ons hoewel niet bergartillerist vergund, een steentje daartoe bij te dragen. De vraag, die moet worden opgelost, luidt in het kort als volgt Is het mogelijk, de bergartillerie zoodanig te organiseeren en uit te rusten, dat zij voldoende beweeglijkheid heeft om a. bij den naderingsmarsch langs goede wegen de bewegingen van de infanterie stellingveranderingen inbegrepen te volgen b. bij optreden van de infanterie in geaccidenteerd of door sneden terrein buiten de wegen, de tactische geëigende stel lingen in te nemen Bij de door kap. Blankemeyer gegeven oplossing wordt wel aan het eerste, niet aan het tweede desideratum voldaan. Hoewel wij dit niet voldoend kunnen beoordeelen, wil het ons voorkomen, dat de vrij teere constructie van het bergkanon zich weinig leent voor getrokken vervoer achter een tractor op een aparte vervoersas. Voorts is het zeer wel denkbaar, dat men voor hindernissen komt, die wel door een rupsbandvoertuig kunnen worden over- 462

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 38