zeestrijdkrachten vergroot. Ook de Amerikaansche strijdmacht in den Pacific is versterkt. Nederlandsch-Indië mocht niet rekenen op toestrooming van compleet uitgeruste en geoefende regimenten en eskadrilles even min op „eerste bediening" door Amerikaansche en Britsche wapenfabrieken zelfs werden de voor den oorlog in Engeland bestelde, gedeeltelijk gereed zijnde vechtwagens en ander oorlogs- materieel aldaar vastgehouden en voor den strijd in Europa, wellicht ook in Afrika bestemd. Laat de gedachte, dat zij hun aandeel in de bestrijding van den gemeenschappelijken vijand hebben bijgedragen, ons tot troost zijn. Amerika heeft ons, ondanks den voorrang aan eigen en Britsche legers, niet in den steek gelaten, terwijl ook Australië levert naar vermogen. Dientengevolge heeft ons luchtwapen reeds een versterking van beteekenis ondergaan, welke de veiligheid van groote steden en bedrijven tegen luchtbombardementen heeft verhoogd. De aanvoer van nieuwe vliegtuigen met bijbehoorende wapening blijft onafgebroken doorgaan. Onze vliegtuigafdeelingen doorkruisen de lucht boven den geheelen archipel om terreinkennis op te doen en, waar noodig, de zeeverkenningen van d.en Marine Luchtvaartdienst aan te vullen. Zij vinden op verscheidene plaatsen in den archipel een door grondtroepen beschermde basis, waar zij brandstof en in tijd van oorlog bommen kunnen laden. Er is gezorgd voor ruime, verspreid opgeslagen voorraden bedrijfstoffen en munitie. Ook „het leger op den grond" is in mankracht, vuurkracht en snelheid aanmerkelijk vooruitgegaan in snelheid door de aan schaffing van gepantserde voertuigen en honderden vrachtauto's. Bovendien is het passief weerstandsvermogen aanzienlijk toe genomen door de inrichting van stellingen op tal van plaatsen in den archipel. Naast het staande leger, de militie, den landstorm en de Inheem- sche hulpkorpsen, is een tweede leger, dat van de stads- en land wachten, in wording. Hier stuiten wij op tweeërlei hindernis de voorziening in wapenen en munitie voor dit nieuwe instituut, en het geringe aantal instructeurs, dat het staande leger, hetwelk immers zelf nog duizenden recruten moet opleiden, kan afstaan. Maar zij, die zich voor het nieuwe leger hebben aangemeld en zij, die zich nog dagelijks aanmelden, zullen zich niet door deze hindernissen laten afschrikken. Er is geen oorlog ik wees er in anderen kring reeds op zonder tegenslaghet volk, dat zich hierdoor laat ontmoedigen is gedoemd, de nederlaag te lijden. Het stads- en landwachtleger wenscht geen nederlaag, dus wij zetten door en oefenen verder 429

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 3