NASCHRIFT VAN MAJOOR SMEETS. Gaarne maak ik gebruik van de mij door de redactie van het I.M.T. geboden gelegenheid, op bovenstaand artikel enkele toe lichtingen te geven. Alvorens hiertoe over te gaan, moge ik met genoegen vaststellen, dat mijn artikel reactie heeft opgewekt, hetgeen niet anders kan zijn dan in het belang van de doelstelling, het streven, door uit wisseling van gedachten te geraken tot de beste oplossing van het vraagstuk. Kapitein Lapré dan komt tot de slotsom dat het opvoeren van de vuursnelheid tot 12 a 16 gerichte schoten per minuut niet aanvaardbaar zou zijn en ten koste zou gaan van de nauwkeurig heid van het richten, met als gevolg een grooter munitieverbruik. Ik stel hier tegenover, dat bij de onlangs te Batoedjadjar door mijn afdeeling gehouden schietoefeningen met scherpe granaten t.a.v. de vuursnelheid het volgende is gebleken. >a. Een willekeurig aangewezen bediening verschoot op een stil staand doel op een afstand van ruim 500 m in 30" (vuur- commando inbegrepen) 8 granaten én verkreeg daarbij 8 treffers. De richter maakte gedurende het vuur de fout, na elk schot het oog van den richtkijker weg te halen, hetgeen een niet onbelangrijk tijdverlies beteekende, aangezien daardoor voor het volgende schot in feite geheel opnieuw moest worden gericht. Lader en helper maakten ook nog enkele kleine fouten, die eveneens min of meer stagnatie veroorzaakten. Indien het vuur onberispelijk zou zijn afgegeven, zouden in den gegeven tijd naar schatting zeer zeker 2 a 3 granaten meer kunnen zijn verschoten, zoodat in een minuut ongeveer 20 a 22 schoten hadden kunnen zijn afgevuurd. h. Een andere bediening vuurde in 33" 5 schoten af op 5 stil staande doelen, geplaatst op afstanden varieerende tusschen 500 en 550 m en met tusschenruimten van 50 m. Bij dit vuur trad een hinderlijke weigering op, die eerst na afloop kon worden opgeheven. De hulzen werden n.l. onvol doende uitgeworpen, zoodat zij eerst door den lader met de hand moesten worden verwijderd, vóórdat het volgende pro jectiel kon worden ingebracht. Uiteraard werd de bediening, die wist dat het hier o.m. een proef gold, eenigszins zenuw achtig, zoodat het tijdverlies zeer belangrijk was en door mij werd geschat op minstens de helft van den behaalden tijd. Onder normale omstandigheden zou het vuur derhalve afge geven zijn in 15". De door mij gestelde tijdeisch bedroeg i.e. 20". Vermeld dient nog dat 4 treffers in 4 schijven werden verkregen. 471

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 47