kunnen worden ingeschakeld, wanneer over een voldoend totaal
aantal pioniereenheden wordt beschikt.
Resume erend wil het voorkomen, dat de pioniers zich in het
bijzonder moeten toeleggen op den bouw van vaste noodbruggen
en van pontonbruggen, aangezien zij de aangewezen krachten
vormen voor het tot stand brengen en herstellen van wegverbin
dingen voor zwaar verkeer in het operatiegebied. Daarbij zal
dan uitsluitend zijn te werken met een vaste indeeling in ploegen,
terwijl aan de plaatselijke omstandigheden aangepaste model-
bruggen zullen moeten worden geslagen.
Ook bij vernielingsopdrachten dient volgens vast schema te
werk te worden gegaan. Is de beschikbare tijd bij brugvernieling
bijvoorbeeld niet bekend, dan worden onmiddellijk ploegen aan
gewezen, die geschatte ladingen tegen de hoofdonderdeelen aan
brengen, terwijl de juiste ladingen worden berekend. Blijkt meer
tijd beschikbaar te zijn, dan worden de hoofdonderdeelen van
berekende ladingen voorzien en vervolgens de secundaire deelen.
De voorloopig aangebrachte, geschatte ladingen kunnen dan
worden verwijderd.
SNEL AANWEZIG ZIJN OP HET TERREIN DER WERK
ZAAMHEDEN.
Teneinde snel te kunnen aankomen op de plaats, waar een
opdracht moet worden uitgevoerd, dienen de pioniers gemoto
riseerd te zijn.
Vaak zal het doel langs secundaire wegen moeten worden
bereikt onder omtrekking van onbruikbare weggedeelten. Daar
om verdient het aanbeveling, de pioniergroepen te doen beschik
ken over drie-assige terreinauto's met aandrijving op alle assen en
groot motorvermogen. Zijn zij door omstandigheden niet aanwe
zig, dan zal men er rekening mede moeten houden, dat hevige
regens op onverharde binnenwegen oorzaak kunnen zijn, dat met
normale vrachtauto's uitgeruste pioniers hun doel niet bereiken.
Aan dit bezwaar kan eenigszins worden tegemoet gekomen door
de pioniers grondig te oefenen in het onder ongunstige omstan
digheden berijden van binnenwegen.
Bij bataljons vechtwagens ingedeelde pioni eraf deelingen moeten
zijn uitgerust met motorvoertuigen op rupsbanden.
BEWAPENING.
Duidelijk is bij de jongste krijgsverrichtingen de noodzaak ge
bleken, de pioniers krachtig te bewapenen.
Vaak wordt opgemerkt„pioniers worden door andere een
heden beschermd en behoeven niet te vechten Gaat men uit
van dat standpunt, dan moeten de gemotoriseerde pioniers
worden beschermd door gemotoriseerde afdeelingen. Men stuit
dan op het practisch bezwaar, dat het de vraag is, of zoodanige
477