484 schetsen. Met al dergelijke gevallen moet bij het vervormen reke ning worden gehouden, en elk daarvan laat een zekere, doch geen ongelimiteerde vervorming toe. Op de kaart vindt men een voorbeeld hiervan in het gebied tusschen q, w'. x en z. Door de nauwkeurige, in blauw gedrukte meting q-x is het mogelijk, de wel zeer onvolmaakte terreinvoorstelling van de in rood ge drukte schetskaart te verbeteren. De punten r, s en v blijken naar het z. of z.o. te moeten worden verplaatst, waardoor ook de rivieren tusschen r en v een andere richting krijgen. De plaatsen bij v' en w' zijn mede verplaatst, hoewel hun ligging slechts kan worden geschat. De afstand u-x is op de schets veel te klein, waardoor de details bovenstrooms van x (o.a. het meer tusschen x en y') een onjuiste ligging en richting hebben gekregen. Daarentegen blijken de afstanden t-u en v-x' te 'groot te zijn weergegeven. Een ander voorbeeld is de rivier n'-e (in rood). Reeds uit de ligging ten opzichte van de gemeten rivier j-k-a (in blauw) blijkt, dat de rivier n'-e moet worden verplaatst. Doordat het gedeelte j-k ook op de schets voor komt, kan men hier ongeveer den onderlingen afstand der rivieren bepalen. De noordelijke zijrivier moet bij deze verplaatsing blijkens de zeekaart aanmerkelijk worden ingekort. Een ander geval vindt men bij het meer zDe ligging volgens de be trouwbare schets VII (in -bruin) kan niet juist zijn, daar het dan tijdens de meting naar m (in blauw) zou moeten zijn gezien. Het zal dus wel iets oostelijker moeten liggen, zoodat in dit geval zijn ligging op de minder goede schets VIII (in rood) ten opzichte van de toppen e en wel bij benadering juist zal zijn. In de schetsen zijn echter niet alleen zekere fouten gemaakt bij het uitzetten van de waargenomen routes, maar door het teekenen van de schets hebben punten, die op verschil lende routes liggen, een onderlinge ligging gekregen, die niet op directe waarneming berust en waarvan de fouten veel grooiter kunnen zijn. Zoo kunnen twee punten, -die tot verschillende routes behooren, op de kaart bijvoorbeeld vlak bij elkaar liggen terwijl, doordat de eene route grooter is geteekend dan de andere, in werkelijkheid de onderlinge afstand zeer groot en de onderlinge richting geheel anders kan zijn. Bij de vervorming behoeft men met de onderlinge afstanden van deze punten geen rekening te houden men kan ze als geheel los van elkaar staande beschouwen. De kaart bevat hiervan verschillende voorbeelden. Zoo bijvoorbeeld zijn de plaatsen aan de kust bij y naar het n., die bij v', tengevolge van de verplaatsing van r, naar het z. verplaatst, zoodat hun onderlinge ligging geheel anders wordt. De kampong r' moet, blijkens de verbeterde ligging van de rivier bij e', naar het w. en de plaats f, tengevolge van de ver schuiving van s' naar het o. worden verplaatst, zoodat hun onderlinge lig ging juist omgekeerd wordt. Ook is de onderlinge ligging van het punt j', dat uit het z. en het punt y', dat uit het n. is bereikt, slechts door het teekenen van de schets verkregenop de definitieve schetskaart is hun afstand dan ook ruim vier maal zoo groot. Niet steeds is op een kaartschets te onderscheiden wat wel en wat niet is waargenomen, bijvoorbeeld indien elke aanduiding van de gevolgde routes en paden ontbreekt. Bij het vervormen moet men er zich dan toe bepalen, de verplaatsing gelijkmatig verloo pend over de schets te verdeelen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 60