De moeilijkste gevallen bij het samenstellen van schetskaarten
doen zich voor, wanneer van een gebied uitsluitend schetsmatige
gegevens beschikbaar zijn, die onderling verschillen. Soms is door
vergelijking met goede metingen of met de zeekaart nog wel uit
te maken, of een der schetsen beter is dan de andere is dit echter
niet het geval, dan wordt het zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk,
uit te maken, welk van de verschillende schetsmatige voorstel
lingen de werkelijkheid het meest nabij komt. Voor zoover geogra
fische overwegingen hierbij geen steun geven, is de keuze in feite
willekeurig. Soms kan het, in verband met de verdere kaart,
nuttig zijn, op de nieuwe schetskaart een tusschenvorm tusschen
de verschillende voorstellingen der schetsen te geven in den regel
echter wordt één der schetsen gevolgd en alleen datgene, wat daar
niet op voorkomt, van de andere overgenomen.
Nog grooter onzekerheid geven de gevallen, waarin twee zelf
reeds zeer onzekere kaartschetsen naburige streken weergeven,
zonder dat ze een enkel punt gemeen hebben. Hierbij mist men
de mogelijkheid, de schetsen aan elkaar te toetsen. Worden deze
twee schetsen naast elkaar op de samen te stellen schetskaart
overgebracht, dan verkrijgen de punten van de eene en die van
de andere schets op de nieuwe kaart een onderlinge ligging waar
over in werkelijkheid niets bekend is en die geheel onjuist kan
zijn (zie in dit verband ook blz. 484). Ook deze onzekerheid moet
in de schetskaart weer eenigszins tot uiting komen.
HET TE BEWERKEN GEBIED.
In het algemeen zullen de nieuwe schetskaartbladen al het ter
rein omvatten, waarvan geen topografische of vluchtige topogra
fische kaarten, verkenningskaarten of nog bruikbare schets
kaarten op grootere schaal bestaan. Het hier volgende eilands-
gewijze overzicht van deze gebieden vormt tegelijk een toelichting
bij plaat II, die een beeld geeft van alle in bewerking zijnde of
geprojecteerde bladen.
Sumatra met zijn omliggende eilanden heeft nog slechts weinig
niet-opgenomen terrein. Het grootste gebied ligt in Atjeh. Ook al
486
Bij de vervorming van de kaartschets q-w'-y'-x' is ook met den geomor-
phologischen toestand rekening gehouden, bijvoorbeeld bij de radiale af
watering van den ringwal. Hetzelfde is het geval bij de rivier o'-a', waarbij
aan de voorstelling op de schets in bruin natuurlijk de voorkeur is gegeven
boven die in rood. Verder moet de route k-a (in rood), die over den rug
van een op de zeekaart voorkomend gebergte loopt, worden verplaatst van
dit volgens de beschrijving „woeste kalkgebergte" naar de „bewoonde vlakte"
er naast, waar ook de rivieren bij a' (in paars) en bij k (in blauw) op wijzen.
Op de bijgevoegde plaat is dit geval voorgesteld door de rivier l'-m', die
van schets VII, en p'-q', die van de schets VIII is overgenomen, waarvan de
plaatsen niet nauwkeurig bekend zijn daar de mondingen niet op de zeekaart
voorkomen. De onderlinge ligging van de plaatsen m' en q' is hierbij geheel
onzekerindien de schets p'-q' bijvoorbeeld op een te kleine schaal is getee-
■kend, zou g' in werkelijkheid ten z. van m' moeten liggen.