Vatten wij hier den draad van ons verhaal weer op, dan staan wij voor de beschouwing van een periode, welke meer bekendheid verdient dan zij in het algemeen geniet. Om twee redenen. De eerste is, dat zij de groote waarde van Egypte heeft ge toond als basis voor operatiën om het oostelijk deel van de Mid- dellandsche Zee. De tweede, dat het ongestoord bezit van die basis noopte tot optreden binnen, op en ver buiten de eigenlijke grenzen van het land. Het spreekt vanzelf dat deze twee omstandigheden, waarvan de eerste zich minder leent voor beschouwingen dan de tweede, elkander hebben beïnvloed. Daarom zou een gescheiden behande ling wel het verhaal ten goede komen, maar niet het overzicht. Wij zullen ze dan ook z.v.m. in chronologisch verband bezien. Het Oostfront II (zie schets 2 in I.M.T. 1941 nr. 2). Tot den z.g. „tweeden aanval" op het Suezkanaal heerscht er op het Oostfront een betrekkelijke rust. Betrekkelijk, omdat de Engelschen er op uit zijn, 'svijands in de buurt van het kanaal achtergebleven of weer daarheen oprukkende groepen en groep jes op te ruimen en de Turken van hun kant al hun best doen, de Engelschen bezig te houden. Daarmede en met het treffen van voorbereidingen voor een nieuwen aanval wordt von Kress nog in Februari 1915 belast. Het is duidelijk, dat hij zijn taak 491 Daarom kon men vroeger zeggen, dat de mededeelingen van de partij, die aan de winnende hand was, in het algemeen het meest „bij" waren. Thans gaat ook dit niet meer geheel op omdat wij te doen hebben met een tegenstander, die zijn berichten met bij-oogmerken opstelt. Is men niet in staat, ze te zeven in het algemeen zal dat in Indië moeilijk vallen dan is er alles vóór te zeggen, ze te supprimeeren zooals hier sedert 10 Mei 1940 het geval is. Maar dan behooren de mededeelingen van de eigen partij geheel „bij" te zijn, v.z.v. dat in het belang van de krijsverrichtingen toelaat baar is. In dit opzicht is men vooral in Frankrijk nog al te kort geschoten. Met alle nare gevolgen van dien. Wij denken in dit verband ook aan het telegram dat een Engelsch dagbladredacteur volgens André Maurois in zijn, in Amerikaansche bladen geschreven artikel over den val van Frankrijk aan een van zijn correspondenten aldaar zou hebben gezonden n.a.v. diens opgetogen berichten over de begroeting van Engelsche troepen in België „less flowers, more facts". Is de in deze simpele woorden besloten wijze les steeds en zal zij ook verder altijd worden ter harte genomen Wie zoo zijn oor te luisteren legt, zal dat niet volmondig kunnen beamen 1). Doch ook al zou in dit opzicht een ideale toestand zijn bereikt, dan zouden de feiten hoogstens de gevolgen en niet de oorzaken leeren. En omdat wij die meerendeels eerst na den oorlog zullen vernemen, zal er steeds veel zijn, dat wij niet kunnen, daarom niet mógen beoordeelen. Dit gebiedt groote voorzichtigheid bij het uitspreken van verwachtingen, meer nog bij het maken van gevolgtrekkingen en het meest bij het uitoefenen van critiek zoo daar dan nog ruimte voor is. 1) „De Locomotief" van 9 April j.l. heeft aan dezelfde onderwerp een hoofdartikel gewijd, dat aandacht verdient. (Red.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 67