evenzeer. Het duurt echter tot den zomer van 1915 dat zij hun aanwezigheid nogmaals (doen voelen. Men krijgt wel den indruk, dat het de bedoeling is geweest, Egypte omstreeks dat tijdstip gelijktijdig van vier zijden te besprin gen. In het oosten, op het schiereiland Sinai, gelukt dat niet om dat alle troepen die kunnen worden losgemaakt, naar Gallipoli moeten. Deze groote actie valt dus uit. Maar ook de resteerende drie in het z.o. de aanvallen op Perim en Aden, in het w. de inval der Senoessi, in het z.w. de opstand in de Darfoer komen niet goed tot haar rechtdaarvoor loopen zij door verschillende oorzaken naar tijd te veel uiteen. Reeds in Mei 1915 raakt bekend, dat de Turken troepen uit het noorden, uit de Hedjas en Assir, verschuiven naar het zuiden, naar Jemen. In den nacht van 15 op 16 Juni steekt dan uit Sjeikh Saad een „vloot" van dhows (zeilprauwen) van waler zal een aanslag worden gedaan op Perim. De bezetting is echter waak zaam, het garnizoensbataljon, de Sikh Pioneers, slaat den aanval af. Dan is Aden aan de beurt. Hoewel de haven van zee uit geen gevaar loopt, wordt het garnizoen 2% bataljons infanterie, 1 eskadron cavalerie en drie batterijen artillerie onmiddellijk na het uitbreken van den oorlog versterkt tot de Aden Brigade, Toch besluiten de Engelschen tot geleidelijke ontruiming van het geheele protectoraat, of juister, de verschillende protectoraatjes, waarvan dat van Lahej onder den Engeland zeer toegedanen sultan wel het belangrijkste is. In de tweede helft van Juni rukt Ali Said Pasja, de gouverneur van Jemen, met de 39e Divisie het ontruimde gebied binnen. De Britsche bevelhebber besluit, hem tegemoet te gaan en het bezit van Lahej te betwisten en den Sultan te beschermen x)De Aden Camel Troop wat sterkte betreft eerder een eskadron dan een peloton gaat vooruit. Op 3 Juli volgt een uit verschillende onderdeelen samengestelde colonnezij telt in totaal een 1000 geweren, tien mitrailleurs en tien vuurmonden en zal te Sjeikh Othman overnachten. Daar de Turken opdringen, worden auto's gevorderd en daarmede een 250 man vooruit gezonden. Een deel van die auto's 9 of 10 bereikt Lahej de overige blijven in het zand steken. De rest van de colonne marcheert den 4den Juli te 3.00 uit Sjeikh Othman af voor het afleggen van de overblijvende 21 km. Te 7.00 heeft nog de helft Lahej niet bereikt de hitte is echter reeds zoo groot, dat men zich nauwelijks meer buiten de schaduw durft te bewegen. Maar juist dan vallen de Turksche troepen Arabieren aan. Eerst tegen den avond b V.w.'b. de voedselvoorziening is Aden aangewezen op het binnenland. Ook het water komt althans kwam in 1915 daarvandaan, nml. uit de omgeving van Sjeikh Othman. Des te onbegrijpelijker is het, dat men dat binnenland zonder slag of stoot ontruimde. 497

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 73