gelukt het hun, de stad binnen te dringen. In het duister ontstaat
dan een mêlée, waarin de sultan wordt gedood en de Arabische
kameeldrijvers van de Engelschen het hazenpad kiezen. Den
Britschen commandant, die zich nog steeds 8 km z.o. van Lahej
bevindt, bereikt dan na eenige uren het opwekkende bericht, dat
al de voorraden waaronder het meegevoerde water en 2
kanonnen zijn verloren gegaan en de soldaten niet meer kunnen
van de hitte.
Hem blijft dus niet veel anders over dan terug te vallen op
Sjeikh Othman. Daar aangekomen blijkt hem dat de troepen zoo
vermoeid en gedemoraliseerd zijn, dat een stand houden bij deze
plaats niet verantwoord is. Een tweede nederlaag, hier, zou Aden
met zijn haven, kabels en kolenvoorraad overleveren aan de
genade en ongenade van de Turken. Maar, de vijand volgt niet.
Hij laat daarmede een goede kans voorbijgaan.
Want wanneer hij ruim een week later aan de kust verschijnt,
kan hij twee transportvlooten ontwaren. De eene brengt uit
Egypte de 28e Britsch-Indisch Brigade en 2 batterijen artillerie,
troepen die wij reeds aan het Suezkanaal hebben ontmoet. De
andere voert een tweede brigade aan uit Britsch-Indië. Wie ooit
in Aden is geweest, kan zich eenigermate de onbehaaglijke
situatie indenken ongeveer 12 bataljons en de noodige andere
kleinere eenheden en geen wateraanvoer En dat in den heetsten
tijd van het jaar. Gelukkig kunnen de transportschepen in de
dringendste behoefte voorzien met hun installaties voor het con-
denseeren van water. Ook wat ruimte betreft is men er niet al
te best aan toe; de Aden Brigade heeft haar voorposten op
3 km van de haven opgesteld op de landengte.
De commandant van de 28e Brigade, die het bevel heeft over
genomen, besluit, zoodra zijn brigade geheel is ontscheept, onmid
dellijk een poging te doen, de blokkade-te-land te verbreken.
De ontscheping is in den namiddag van 20 Juli voltooid. Den nacht
daarop bivakkeeren de troepen achter de voorposten. Den 21sten
gaan zij te 3.00 ten aanval. De Turken men schat hun sterkte
op 2000 man geregelde troepen en 500 ongeregeldengeschut
ontbrak blijkbaar daar Aden anders wel zou zijn beschoten
worden volkomen verrast en bieden eerst eenigen weerstand
wanneer de Britten Sjeikh Othman binnentrekken. Die weerstand
wordt snel opgeruimd, maar gnl. Younghusband acht zijn troep
toch te zwak voor het inzetten van een vervolging. Ook ziet hij
ervan af, Lahej te heroverenhet heeft immers slechts zin,
wanneer men van plan is, die plaats blijvend te bezetten en dat
zal te veel troepen kosten.
Sjeikh Othman echter wordt versterkt en tot het eind van den
oorlog bezet. Daar en te Aden blijven te zamen vijf bataljons,
waaronder steeds één Engelsch. De overige troepen krijgen op
dracht, zich weer in te schepen naar Egypte doch te elfder ure
498