wordt hun bestemming gewijzigd in Mesopotamië. De daar door gnl. Townshend ingezette achtervolging van de Turken een operatie, die aanvankelijk tot groote successen leidt maar tenslotte ongelukkig eindigt wanneer hij zich door die successen laat ver leiden, met zijn te zwakke krachten te ver het binnenland in te trekken vereischt dringend een toevoer van troepen voor het bezetten van het veroverde gebied. In de omgeving van Aden voeren de Turken nog tot eind 1916 kleine plaatselijke ondernemingen uitdat zij daarna achterwege blijven kan op rekening worden geschreven van den opstand der Arabieren in Juni 1916. Vruchten werpen zij niet af. Zij hebben slechts tot gevolg, dat de autoriteiten in Aden en Egypte blijven aandringen op het zenden van meer troepen voor het vermeesteren van Lahej. Maar Londen gaat er niet op in het Britsche Rijk heeft al genoeg hooi op zijn vork en is tevreden met het handhaven van den „status quo" in dit gebiedsdeel. Die wordt dan ook niet verder verbroken. Wel doet de Imam van Jemen niet mee aan de revolt in the desert en blijft hij Ali Said Pasja met zijn troepen van leeftocht voorzien, maar zij heeft toch tot gevolg, dat hij de laatste twee jaren van zijn driejarig verblijf in Lahej zoo volkomen van Konstantinopel is afgesneden, dat de Engelschen hem op de hoogte moeten stellen van den wapen stilstand. Het kost hun nog moeite genoeg, hem van de juistheid van de mededeeling te overtuigen en er toe te brengen, zich over te geven. Van die overgave en de zwakte van de Engelsche troepen maakt de Imam dan snel gebruik, aan zijn gebied gren zende deelen van het protectoraat „in bescherming te nemen", zooals dat thans heet. Het heeft jaren gekost, den Imam te over reden, zijn onrechtmatige handeling ongedaan te maken. Ook dit bevat een les (Wordt vervolgd). 499

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 75