krachten, welke van uit Wladiwostok in de richting van de Perzische Golf zouden worden gezonden, zouden gemakkelijk te Hongkong of te Singapore halverwege kunnen worden opgevangen en vernietigd, voordat zij in staat zouden zijn geweest, de Golf te bereiken. Zoo geldt in deze dagen nog steeds de historische verzekering, welke indertijd door den Britschen premier Disrael aan koningin Victoria werd gegeven, namelijk „De Perzische Golf staat te allen tijde voor de schepen van Uwer Majesteit's vloot open". Ondanks deze geweldige versterkingswerken in de Britsche toezittingen, ligt het niet in de lijn, van de groote Britsche strategie te verwaohten, dat de slag om Britsch-Indië op Britsch-Indischen bodem zal worden uitgevochten. Lord Curzon verklaarde in 1910 in een rede over de rol van Britsch-Indië in het kader van het Britsche imperium, dat Perzië en Afghanistan de mili- taire bolwerken van Britsch-Indië waren. Toen de welbekende Sovjet-Russische journalist Karl Radek in 1923 deze woorden van Lord Curzon in herinnering bracht, merkte hij met van zelf vertrouwen getuigende ironie op „Men is vlugger van Teheran in Nisjni- Novgorod, dan van Aboukir in Londen. Men reist sneller van Kaboel naar Nisjni-Novgorod, dan van de Afghaansche hoofdstad naar Calcutta en Lon- den. Radek doelde met deze uitspraak niet zoozeer op geografische, dan wel op geestelijke afstanden. In 1923 kan Radek gelijk hebben gehad. In dat jaar merkte Alfred Dennis op dat „De Russische revolutie in Perzië een der- gelijken invloed had, dat zij in dit land bijna tot een binnenlandsche gebeur tenis geworden was", doch in de afgeloopen 15 jaar zijn de omstandigheden veranderd. De lang sluimerende vijandigheid van Centraal-Azië ten aanzien van het Russische streven bereikte in 1937 in het Pact van Saadabad een climax welk verdrag practisch het luiden van de doodsklok beteekende voor de ver wezenlijking van eiken Russischen wensch ten aanzien van Britsch-Indië Vertegenwoordigers van Turkije, Irak, Iran en Afghanisten kwamen bijeen in het lommerrijke zomerhuis van den Shah van Iran; zij bereikten overeen stemming over het sluiten van een niet-aanvals-verdrag, waarbij de deelge- nooten zich ook verplichtten, elkander bij het nemen van gewichtige beslui- ten te zullen raadplegen. r,„°oSCll0?IlTd® Tur^s,clle buiten!andsche politiek toen nog sterk op die van wa.\7as hei toetreden Turkije tot dit duidelijk tegen Sovjet-Rusland gerichte verdrag voor Moskou geen verrassing De lTvldennCh de uitspraak, welke hun deskundige in zaken be- Tufwb V7rf °°ften' PavWic> in 1920 had gedaan, toen de Russisch- Turksche vriendschap haar hoogtepunt had bereikt: „Wij verwachten niet dat lurkije onze trouwe en betrouwbare bondgenoot zal blijven. Het bond genootschap met de Turken kan slechts een tijdelijk karakter dragen". Thans is er een einde gekomen aan dit „tijdelijke bondgenootschap". Wanneer Stahn ooit zou besluiten, zijn troepen tegen Britsch-Indië te doen oprukken zullen zij over een front van meer dan 5000 mijl moeten strij den Dit front zal zich van Europeesch-Turkije tot diep in China uitstrekken en net zal een front van Groot-Aziatische verwikkelingen zijn. Dit is het front, iaat de groote Britsche strategie heeft voorbereid. De huidige taak van deze „strategie op den langen afstand" zoowel wat tijd, als uitgestrektheid betreft is de op zichzelf staande schakels v.an dit geweldige front te ver binden met de directe verdediging van Britsch-Indië. Om zich te verzekeren van den steun van Iran voor het Britsche schema werd Engeland s meest vooraanstaande diplomaat op het gebied van Ooster- sche zaken, Sir Render William Bullard, van Saudi-Arabië naar Teheran overgeplaatst. Bullard heeft J. P. G. Finch, den zeer ervaren secretaris voor Oostersche Zaken van de Britsche legatie, als assistentFinch is een ver- trouwensman van den Shah van Iran. Toen Sir Render in Teheran aankwam, was hij daar getuige van een vcor Engeland schadelijk diplomatiek spel. De Russische en Duitsche gezanten werkten volkomen eendrachtig samen zij oefenden druk uit op den Shah om^Iran te doen toetreden tot het nieuwe, tegen Engeland gerichte Russisch-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 94