515 Duitsche foondgenootsdhap. Slechts eenige maanden geleden hadden de Duitsche en Russische gezanten met elkander gewedijverd in het verkrijgen van gunsten van den heerscher van den „Pauwentroon". De Duitsche ommezwaai had den Iraneezen in een toestand van verbijste ring gebracht. Het was voor den Britschen gezant geen moeilijke taak, den tanenden invloed van Duitschers en Russen nog zeer sterk te doen vermin deren. In Februari 1940 was Lord Halifax in staat, het onvoorwaardelijke toetreden van Iran tot het Britsche plan voor de verdediging van Britsch- Indië en het Nabije Oosten bekend te maken. Iran heeft Engeland veel aan te bieden, dat het kan gebruiken als steun voor de verdediging van Britsch-Indië. Het heeft een uitstekend staand leger, ter grootte van 100.000 man dit leger heeft de beschikking over 150 in Engeland vervaardigde (Hawkins-vliegtuigen, welke verdeeld zijn over vlieg velden. De olievelden van Bakoe, in Sovjet-Rusland, liggen binnen het vlieg- bereik v,an vliegtuigen, welke van deze vliegvelden opstijgen. Te Khorram- shahr aan het einde van de Perzische Golf is een kleine vloot gesta— tionneerd, welke zorgt voor de bescherming van haar kusten. Doch de belangrijkste bijdrage van Iran voor de verdediging van Britsch- Indië wordt gevormd1 door de in blauwe uniformen gestoken militie-troepen, welke een semi-militaire organisatie, ter sterkte van 300.000 man, vormen. Hun zeer groote waarde spruit voort uit het feit, dat aan hen de taak ten deel valt, den pas voltooiden Trans-Iraanschen spoorweg en den autoweg, welke van Chalus naar Teheran voert, te beschermen. Wanneer de Russen tot den aanval overgaan, verwacht men, met het Finsche voorbeeld voor oogen, waar de Russen langs den spoorweg tusschen Leningrad en Viipuri oprukten, dat een Russische aanval op Iran zou worden uitgevoerd met gebruikmaking van de nieuwe wegen en van den spoorweg. De weg tusschen Chalus en Teheran is echter meer dan een hoofdverkeers ader. Het is tevens een krachtige, versterkte linie. Deze weg is bezaaid met blokhuizen, welke op afstanden van 10 tot 20 mijl van elkander ver wijderd liggen, terwijl elk blokhuis in telefonische verbinding staat met grootere forten. De bezetting van elk blokhuis bestaat uit vier militie soldaten, die onder commando van een sergeant van het geregelde leger staan. Invallers zouden zich stukje bij beetje een weg moeten banen zij zouden vechtend van het eene blokhuis naar het andere moeten vorderen. Ofschoon zelfs hierdoor het oprukken der Russische troepen niet geheel belemmerd zou worden, zou hierdoor hun opmarsch toch zeker worden vertraagd, tot de hoofdlinie van de Perzische defensie kan zijn georganiseerd'. Te dien einde heeft Engeland een grcote groep van militaire adviseurs in Iran. Zij zijn gestationneerd op strategische punten, zooals Bushire, Kerman, Meshed en Zahedan. De grootere militaire paraatheid van Iran en bovenal het feit, dat de olievelden van Bakoe zijn blootgesteld aan een tegenaanval der geallieerden,, zouden de Russen er toe kunnen brengen, Iran geheel te negeeren. Zij zouden, in plaats van door Iran, door Afghanistan kunnen oprukken. Voorberei dingen op groote schaal, welke (in de eerste helft van 1940 Red. I.B.) in Turkestan werden getroffen, verschaffen een aanwijzing dat de Russen zelve den laatsten weg practischer achten. De geheele Noordelijke grens van Afghanistan is omgeven door Sovjet- Russische versterkingen. De voornaamste operatie-bases zijn gelegen in de zwaar versterkte steden van Merv en Kushka, waar de grenzen van Iran, Afghanistan en Sovjet-Rusland samenkomen. Een ander belangrijk Russisch fort is te Termez, aan de Oxus-rivier, gelegen. De oever, welke het verst naar het Oosten is gelegen, wordt gecontroleerd docr forten, welke gebouwd zijn op het Pamir-plateau, in Tajikistan. De aanvoer van voorraden, bestemd voor de troepen aan den Westelijken oever van de Oxus-rivier, wordt ver zekerd door den Trans-Kaspischen spoorweg, welke in de Murghabvallei verlengd werd tot de Afghaansche grens. De troepen aan den Oostelijken oever ontvangen hun voorraden over de Oxus of Amu Darya zelf.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 95