517 Italië heeft Aden aangetast uit de lucht en van onder zee beide methoden met even miserabel gevolg. Nacht na nacht verschenen de Italiaansche bom bers boven de stad. Maar de zoeklichten en de vele afweerbatterijen joegen hen omhoog, met het onverklaarbare resultaat, dat ondanks de ontelbare aan vallen practisch niets van beteekenis geraakt is. We hebben gevraagd, en gezocht en gekeken, maar nergens een spoor van bom-ravage. En toch was er zoo het een en ander hier te treffen. Daar is het nieuwe, groote olie tankcomplex met de brandstof voor oorlogsschepen en vliegmachines. Daar zijn de rijen kazernes tegen de rotshellingen van de landtong Steamer Point gebouwd. Daar is vooral het enorme vliegveld met z'n radio-station. Het vliegveld is in enkele jaren tijds onherkenbaar veranderd. Was het vroeger een onafzienbare vlakte op de landengte, die het schiereiland, waarop Aden gebouwd is, verbindt met Arabië, thans ziet men die vlakte niet meer door groote aantallen kazernes, magazijnen, werkplaatsen e.d., die er verre zen zijn en waaraan men nog druk bouwt. En dan hebben we nog niet gedacht aan de haven en de reede, waar het vol schepen ligt, oorlogsschepen en transportschepen, bij tientallen. In Aden worden convooien gevormd van de schepen, die de Roode Zee in moeten en die in Straat Perim en later tegenover Asab en Massauwa en tenslotte opeengedrongen voor Suez, zulke uitnemende trefkansen bieden. De bombers bereikten practisch niets, en ze bleven zóó veilig hoog, dat het niet mocht gelukken er meer dan een paar omlaag te halen. Met hun onderzeeërs waren ze niet veel gelukkiger. Aden heeft de tragedie beleefd, dat een deel van het gebied aan den Italiaan gelaten moest worden. Britsch Somaliland werd ontruimd Berbera, slechts 7 uur stoomen van Aden gelegen, viel in handen van den vijand. Het werd in 't land van Mussolini als een groote overwinning gevierd. Men is hier nu echter tot het offensief overgegaan. Een expeditie werd uitgerust, in één aanloop is Berbera heroverd. De Arabische troepen, sinds jaren gerecruteerd uit het achterland, zijn voor het eerst echt in het vuur geweest, en nu zijn ze, in concurrentie met Indische troepen, den vijand achterna waarheen Naar diens spoedige, definitieve nederlaag in Afrika De tentenkampen in de woestijn bij Aden zijn leeg. De zandwind blaast onder de opgeslagen zeilen door, de droge hitte conserveert de houten kribben met touwvlechtwerk. Deze luxe hebben ze op marsch niet noodig. Ze slapen in het zand van Afrika's woestijnen of op de rotsen, nog warm van den dag. Dat wat de Arabieren zoo zéér noodig hadden, gebeurt nu. Ze voeren oorlog onder aanvoering van Britsche officieren, en ze zien, dat die vechten kunnen nu de tijd voor hun aanvallen gekomen is. Het gaat nu tegen het Italië van Mussolini, waaraan de wreedheden van Wadi Koefra en Abessinië gewroken moeten worden. Dat zal gebeuren in een vaart, die de officieren in het woestijngebied nauwelijks zullen kunnen bijhouden. En dan moeten de Arabieren ook nog zien, dat de Duitschers niet onoverwin nelijk zijn. Die faam van den vorigen oorlog moet gebroken worden. De woorden van Hitier moeten te niet gedaan worden en ze moeten het zien, dat hij, die zijn volk wilde maken tot het uitverkoren, de wereld-beheerschend en leidend volk, zulks alleen doen kan, indien Allah hem daartoe roept en niet de duivel hem ertoe aanporde. Behalve te land is Aden ook in de lucht ten aanval getrokken. lederen nacht ziet men boven de zich tot een convooi verzamelende schepen de bombers voorbij komen, geëscorteerd door de kleine, vluggere vechters. Waar gaan ze heen Naar Afrika, waar de Italianen de resten van hun imperium nog verdedigen. Met ontzetting hooren zij ze naderen boven Keren, boven Asab en Massauwa en Asmara en 'boven de steden van Abessinië. De dubbele stalen kabel is bij zonsondergang dwars voor den ingang van de haven getrokken. Daarachter liggen de schepen veilig voor duikbooten. Op de reede verzamelt het convooi zich, beschermd door patrouilleerende oorlogsschepen. Wij zitten in een langzaam convooi met veel oude Grieksche .schepen, enkele Noren, Vrije Franschen en verder Engelschen. Met een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 97