Meerdere zijn beteekent niet alleen méér zijn in rang, maar ook
méér zijn in kennis, in karakter, in plichtsbetrachting en in voor
beeld.
Meer te zijn dan anderen, is méér, dan meer te hebben dan an
deren.
Men moet altijd trachten méér te zijn dan méér te schijnen, ook
al komt het dikwijls voor, dat om méér te worden, méér te schij
nen nuttiger is dan méér te zijn.
Zelfkennis, voortdurende zelfcontrole en zelfherziening maken
den meerdere telkens iets „meer".
Wie niet dagelijks iets meer wordt, wordt dagelijks iets minder.
Een meerdere moet meer zijn in uithoudingsvermogen, in onbe
rispelijkheid, in rechtvaardigheid en in billijkheid.
Een meerdere moet meer zijn dan zijn mindere, omdat hij niet
alleen zijn eigen leven, maar ook dat van anderen moet kunnen
opofferen.
Een meerdere is een voorganger.
Indien hij niet steeds vóór tracht te blijven, raakt hij ongemerkt
achter.
Maar weinig menschen kunnen hun meerderheid bewijzen als
in het vuur van den vijand, de heroïsche schijn aan flarden is ge
schoten.
Ook voor den meerdere geldt de krijgstucht.
Ook voor den meerdere geldt, dat wie bevelen wil, ook moet
kunnen gehoorzamen.
De meerdere moet overtuigen.
Op het gevechtsveld moeten ten slotte alleen overtuigden
strijden.
Meerdere, wees niet steeds verstoord op uwe minderen.
Verstoordheid werkt verkillend.
Wees niet voortdurend hard tegen uwe minderen.
Overdreven hardheid werkt afstompend.
Wees voortdurend evenwichtig.
Een onverschillig meerdere, die nooit iets opmerkt, is een bittere
ontgoocheling voor zijn minderen.
Een meerdere die zich miskend voelt, is een meerdere die an
deren miskent.
546