voor één onzer verdedigingswerken van het hoofdeiland door te
dringen. De actie onzer luchtstrijdkrachten en vlooteenheden
buiten beschouwing latend, krijgen we in eerste instantie een
artillerieduel tusschen het kustgeschut en de scheepskanonnen.
Indien wij nu de beschikking hebben over zwaar kustgeschut,
is een succesvolle aanval van vijandelijke vloot- en landingseen
heden practisch uitgesloten. De moderne zware kustartillerie
vormt hier dan ook de kern der verdediging. Het gaat er dus
om, de onuitdoofbaarheid van dit artillerievuur te verzekeren.
Naast het nemen van tal van maatregelen op versterkingskundig
gebied en het organiseeren van een krachtigen luchtafweer, moeten
daartoe, ter wering van het gevaar van de zijde van vijandelijke
lucht- en landtroepen, de noodige infanterie-eenheden aan de
objectbezetting worden toegevoegd. Tusschen de sterkte van deze
infanterie en het vermogen van het kustgeschut bestaat een
bepaalde verhouding, en wel in dier voege, dat de infanterie-
bezetting sterker moet zijn, naarmate het kustgeschut minder
zwaar is. Bij gebruik van zwaar dan wel middelbaar geschut is
dit, voor zoover de infanterie betreft, dan ook het eenige ver
schil. De taak der infanterie, n.l. het afslaan van iederen aanval
van vijandelijke grondtroepen, waar deze ook vandaan komen,
blijft in wezen onveranderlijk, ongeacht welk verdedigingswerk
zij te bezetten krijgt.
Hoe ziet nu deze aanval er uit Van de landzijde ondernomen
draagt hij het normale karakter van iederen aanval te land,
weshalve we dit geval hierna bij de beschouwingen over de
hoofdmacht zullen behandelen.
Indien hij van zee uit wordt ondernomen, zal de vijand zijn
transportschepen op zoo gering mogelijken afstand voor de kust
ten anker brengen. Vervolgens zullen de aanvalstroepen plaats
nemen in de landingssloepen, die zich daarop van de schepen
naar het strand begeven. Ter vermindering van de groote kwets
baarheid van de troepen in de booten zal de vijand
a. ernaar streven, den overtocht zoo snel mogelijk te volbren
gen. Dit kan hij bereiken, door gebruik te maken van snelle
motorsloepen
b. gebruik maken van gepantserde sloepen, waardoor dekking
wordt gekregen tegen mitrailleurvuur
c. trachten, het infanterievuur van den verdediger te onder
drukken, waartoe hij de motorsloepen van mitrailleurs kan voor
zien, terwijl dit aanvalsvuur kan worden versterkt door gebruik
making van motorsloepen met zware mitrailleur of snelvuur
kanonnen van klein kaliber
d. gebruik kunnen maken van amphibietanks, welke moeten
trachten, niet door het scheepsgeschut tot zwijgen gebrachte
mitrailleurs van den verdediger onschadelijk te maken, voordat
de landingstroepen de booten verlaten. (Indien deze mitrailleurs
562