aan de bovenzijde een veerenden pal pa. Deze pal wordt door
het veertje tegen de gegroefde buitenzijde van den ring gedrukt,
waardoor losdraaien van den lampdrager wordt voorkomen. De
glazen plaat p is donkeralleen daar, waar de zeer dunne lijnen
van het kringvizier zijn aangebracht, is het glas volkomen door
zichtig, met aan beide zijden dier lijnen een smalle mat-witte
strook. Wordt nu, nadat de lampdrager in den cylinder is bevestigd,
het lampje aangestoken (accu-stroom), dan zal het kringvizier
door het licht, dat het matglazen venstertje is gepasseerd, aan
de onderzijde diffuus, dus gelijkmatig worden belicht. Van de
bovenzijde door de lens l kijkende, neemt men dan het beeld
waar van helder verlichte, scherpe, dunne lijnen met daaraan
grenzend een mat-witte strook.
De optische as van den cylinder wordt gevormd door het mid
delpunt van de lens l en het snijpunt van twee op het plaatje p
aangegeven korte, elkaar loodrecht snijdende lijnen.
Op het raam ra van het reflex-vizier is vast gemonteerd de
reflexplaat-houder, waarin de reflexplaat re is geplaatst. Deze
plaat, welke zuiver plan-parallel is geslepen (waardoor onregel
matige afwijkingen van de lichtstralen na breking zijn uitge
sloten), maakt een hoek van precies 45° met de optische as van
den cylinder. Vóór de reflexplaat is aangebracht de keep ke van
het hulpvizier, welke door middel van twee regelingsschroefjes
s (ter weerszijden van het raam ra) in zijdelingsche richting kan
worden verschoven. Aan het raam is door middel van de schroe
ven sc, de arm a vastgeklemd. Op het uiteinde van dezen arm is
de korrel kr van het hulpvizier bevestigd. Tusschen de korrel en
de keep en gemonteerd op het raam, bevindt zich een donker
gekleurde glasplaat gp, welke in den plaathouder ph is gevat.
565