Zouden we het bovenstaande practisch doorvoeren voor een
4-malige vergrooting van een oorspronkelijk beeld van 13,92 mm
bij een beeldsafstand van 6 cm, dan zouden we een cylinder moeten
construeeren van 24 cm lengte en 7 cm middellijn. Maken we
echter gebruik van optische hulpmiddelen, dan worden de cylinder-
afmetingen veel gunstiger.
Wordt een binnen den binnenbrandpuntsafstand van een lenzen-
systeem geplaatst voorwerp uit het buitenbrandpunt waargeno
men, dan teekent zich op een zekeren afstand achter de lens een
rechtopstaand, vergroot virtueel beeld van het voorwerp af. E.e.a.
blijkt duidelijk, wanneer de gang der lichtstralen wordt gevolgd,
zooals in fig. 3b is aangegeven. Nemen we nu aan, dat we de
beschikking hebben over een beeld b' van het voorwerp, ter
grootte van 13,92 mm en dat we dit beeld als 4-maal vergroot
virtueel beeld B' willen waarnemen op een schijnbaren afstand
van 24 cm voor het oog, zooals bij het voorgaande geval als uit
komst werd verkregen, dan kunnen we met behulp van de lenzen-
f or mule de plaats tusschen het binnenbrandpunt en het lenzen-
systeem bepalen, waar het beeld b' moet worden geplaatst om
aan de gestelde voorwaarden te voldoen.
De lenzenformule luidt voor dit geval
1 1 1
A b 7 waarin A voorstelt den voorwerpsafstand, B
den gewenschten beeldsafstand van het virtueele beeld, beide
grootheden gerekend van de lens af, en f den brandpuntsafstand
van het lenzensysteem. Voeren we de bovenvermelde waarden in,
onder aanname van een brandpuntsafstand van 6 cm, dan vinden
we
J_ J_ 1 1 1 - 4 2
A —(24-6) 6 A 6 18 18 ~9~'
568
cylinder middellijn
bij nietoptische ver.
grooting-t7 cm.
4 x vergroot.
a cylinder lengte bij vergrooting lengs niet optischen weg.t24 cm.
I3°14'
B'
cylinder middellijn bij optiache
vergrootinQs *3.5 cm.
cylinder lengte bij
optische vergrootingm 1 6 cm.
FIB. 3.