1. MONUMENTENSERIE.
GEDENKTEEKEN TE BANDJERMASIN.
Het gedenkteeken te Bandjermasin draagt tot opschrift
HULDE
AAN DE GESNEUVELDEN
EN DOOR ONTBERINGEN
EN VERMOEIJENISSEN
BEZWEKENEN, BIJ DE
KRIJGSVERRICHTINGEN TER
ZUIDER- EN OOSTERAFDEELING
VAN BORNEO
1859—1865.
HUNNE KAMERADEN.
Reeds meer dan driekwart eeuwen achter ons liggend, behooren
de wapenfeiten, waarop het monument te Bandjermasin betrekking
heeft, met nog vele elders thuis in dat deel van de geschiedenis
van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, dat minder
bekendheid geniet doordat de daarvan deel uitmakende krijgs
verrichtingen reeds meer dan een generatie achter ons liggen
dan wel daartoe geen gebeurtenissen behooren, welke hoog boven
de andere uitsteken.
Hiermede zij slechts een feit geconstateerd, doch geenszins, dat
tijdens deze minder bekende, minder geroemde krijgsverrichtingen
ook minder hard zou zijn gestreden, minder moed, beleid en
trouw zou zijn betoond, minder ontberingen zouden zijn geleden
dan gedurende de meer bekende, welker naam ook nu nog op
aller lippen zweeft. De van 1859-1865 in de Zuider- en Ooster-
afdeeling van Borneo gevoerde strijd is daar, om zulks te
bewijzen.
Het is niet doenlijk, hier een ook maar vluchtige schets te
geven van dezen strijd zelfs die vluchtige schets zou nog te veel
ruimte vergen. Wie van deze krijgsbedrijven meer wil weten,
leze „De Bbndjermassingsche krijg van 18591865" van den
gep. majoor tit. W. A. van Rees, schrijver van nog eenige andere
krijgshistorische werken over Nederlandsch-Indië. Hij zal dan
ontwaren, hoe ook in dit deel van den archipel door beide partijen
met groote hardnekkigheid en verbetenheid is gevochten, dat
de marine en bestuursambtenaren ruim hun aandeel hebben
533