zijn ordonnans en c.q. nog 4 reserve draagtrekpaarden zijn mede
te voeren. Door verder in den afdeelingstaf nog eenige trailers
in te deelen, kan ook hier worden voorzien in de een zich mogelijk
voordoende behoefte aan rijpaarden voor avpn. a.a.
Met deze hoeveelheid paarden heeft de bergartillerie in de
meeste terreinen slechts weinig van haar beweeglijkheid ingeboet.
Getrokken en gemengd vervoer kunnen normaal worden toege
past. Mocht op bepaalde punten gedragen vervoer noodzakelijk
zijn, dan kan zulks in twee echelons geschieden, waarbij de
batterij het moeilijke gedeelte sectiesgewijs doorschrijdt.
De vrees van kapitein Blankemeijer dat bij een dergelijke orga
nisatie, de munitie-aanvulling in vele gevallen ernstig in gevaar
zal komen, vermag ik niet te deelen. Ook hiervoor is een vrij
eenvoudige oplossing te vinden. Op elke munitie-auto kan men
een munitie-kar medevoeren. Door deze 4 karren, getrokken door
de 4 reserve-paarden de stukken te laten volgen, zijn per stuk
terstond eenige schoten beschikbaar. Staat de batterij eenmaal
in stelling, dan kunnen ook de andere paarden worden gebruikt
voor de aanvulling van munitie. Immers, in tegenstelling tot ge
wone bergartillerie is het hier volkomen verantwoord, voor deze
aanvulling de draagtrekpaarden van de stukken te bestemmen,
daar zij bij een verplaatsing van de batterij over grooten afstand
niet worden gebruikt. Bovendien zou aan deze oplossing nog een
uitbreiding kunnen worden gegeven, door bij de afdeeling
eveneens op vrachtauto's nog een aantal inheemsche paarden
mede te voeren, om de gedachten te bepalen 2 of 3 per stuk.
Zulks zou de munitie-aanvulling n.m.m. volkomen verzekeren,
zelfs wanneer zij over eenigszins grooten afstand zou moeten
geschieden.
Ik stel mij voor dat een op de hierboven geschetste wijze
uitgeruste afdeeling bergartillerie aan alle opdrachten zal kunnen
voldoen. Het groote voordeel van deze oplossing is, dat zij binnen
zeer korten tijd is te verwezenlijken, terwijl het gespecialiseerde
karakter van de bergartillerie slechts in geringe mate wordt
aangetast.
Zonder mij te vleien met de idee, dat de door mij gedachte
organisatie het antwoord geeft op de in den aanvang gestelde
vraag, zoo hoop ik toch, aan de voor dit onderwerp bestaande
belangstelling nieuw voedsel te hebben gegeven.
584