De geschiedschrijver merkte hierbij op, dat het juist een tegen stander van de centralisatie moest zijn, die door de omstan digheden gedwongen een dergelijke federale inrichting stichtte. De tegenstand van de afzonderlijke staten was echter zoo groot, dat op de begrooting voor 1810 geen gelden werden uitgetrok ken om het instituut in stand te houden. Men stond toen voor het feit, noodgedwongen zoowel de cadetten als de instructeurs naar huis te moeten zenden. De oorlog met Engeland maakte aan de zen toestand een einde in 1822 legde een nieuwe wet den grond slag, waarop sedertdien is voortgebouwd. Men begon in dat jaar met 250 cadetten en 8 leeraren. Een eeuw later was het aantal cadetten nauwelijks verdubbeld men telde toen 475 cadetten, niet zoo heel veel meer dus dan onze K.M.A. omstreeks dien tijd. Eerst na den wereldoorlog besloot men, meer aandacht te besteden aan de officiersopleiding en nog zoo kort geleden als 1935 werd het aantal cadetten vastgesteld op 1960. Het merkwaardige van deze instelling is verder, dat zij van den aanvang af een sterk technisch karakter heeft gehad zij was immers oorspronkelijk bedoeld als een school voor artil leristen en genisten, waar echter ook de officieren voor de andere wapens worden opgeleid en nog wel volgens hetzelfde programma. (We hebben hier dus met een opleidingssysteem te doen, dat schrijver dezes eenige maanden geleden heeft bepleit.) De keuze van het wapen heeft eerst plaats na de aanstelling tot officier zij, die de hoogste cijfers voor wiskunde hebben behaald, genieten den voorrang voor genie en artillerie. Het behoeft derhalve geen verwondering te baren, dat genoemd vak reeds bij het toelatings examen een groote rol speelt en de voornaamste plaats inneemt op het lesrooster van het onderwijs in niet-militaire aangelegen heden! De Amerikanen zelf spreken dan ook van de Amerikaan- sche „Ecole Polytechnique", geheel naar het. Fransche voorbeeld ingericht. Om toegelaten te kunnen worden moeten de adspirant-cadetten, zooals vanzelf spreekt, aan bepaalde eischen voldoen. De leeftijds grenzen liggen van 17 (candidaten uit de Regular Army en de National Guard van 19) tot 22 jaar. Het examen, dat hoofdzakelijk een onderzoek omvat naar de kennis van Engelsch, geschiedenis, algebra en meetkunde, is echter voor abituriënten van bepaalde „colleges" (staande tusschen onze H.B.S. en universiteiten in) niet verplicht. Wie toegelaten is, teekent een dienstverband voor 8 jaren (de studie duurt 4 jaar) en legt een oath of allegian ce af. Nu is het merkwaardige, dat het examen zelf nog geen recht op toelating geeft. De wet van 1935 schrijft n.l. de volgende samen stelling van het cadettencorps voor 587

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 57