6 uit eiken staat, op aanbeveling van de senatoren voor die staten, totaal 288 3 uit elk kiesdistrict voor het Congres, aan te wijzen door de afgevaardigden voor dat district 1305 3 uit elk der Territories Hawaii' en Alaska 6 5 uit het District Columbia, d.i. dus practisch uit de hoofdstad Washington (aanwijzing door den President der V.S.) 5 3 uit Puerto Rico (aanwijzing door den President der V.S.) 3 1 uit de Panama-kanaal-zone (aanwijzing door den President der V.S.),, 1 172 tut het heele gebied van de Unie 172 Hiervan worden 3 aanbevolen door den Vice-President 40 door de z.g.n. particuliere militaire voorbereidingsscholen gekozen uit de abituriënten van die scholen 40 door vergelijkend examen gekozen uit de zoons van in den strijd gevallen of vóór 2 Juli 1921 aan de gevolgen van in den wereldoorlog opgeloopen ziekten of verwendingen overleden militairen 180 door vergelijkend examen gekozen uit de beroepsoldaten van het staande leger (Regular Army) of uit de leden van de National Guards der staten 180 1960 Boven dit aantal komen 4 nml. 1 per studiejaar door den „President of the Commonwealth" aan te wijzen Philippino's. Zoons van oud-leden van het cadettencorps genieten in het algemeen de voorkeur. Dit neemt echter niet weg, dat protectie bij de aanwijzing een bijzonder groote rol speelt. Hier tegenover staat, dat men er ook niet voor terugdeinst, cadetten, die om de een of andere reden niet voldoen, weer te verwijderen. Te veel straf, te weinig vorderingen bij de studie of in de athletiek kunnen een ontijdig einde maken aan het cadettenleven. Zeer streng is men ook t.a.v. den algemeenen levenswandel. Acht men, dat een cadet niet voldoet aan de in het algemeen aan een officier en gentleman te stellen eischen, dan wordt hij zonder genade weggestuurd. Dit geldt zeer speciaal in de ver houding tot jonge meisjes en vrouwenhandtastelijkheden zijn volkomen taboe. Anderzijds mogen de cadetten hun vrouwelijke kennissen op daarvoor bestemde dagen en uren vrijelijk ontvangen. De traditie wil nu verder, dat men een jong meisje op een be paald gedeelte van het academie-terrein een zoen mag geven, doch dit houdt dan tevens in, dat men zich als verloofd moet beschouwen. De pas benoemde cadetten worden het geheele eerste jaar door gebaard. Oudere-jaars mogen zij niet aanspreken, zelfs is in hun bijzijn een absoluut zwijgen geboden. Aan tafel moeten ze voort durend in de houding zitten, zij mogen zich verder zelfs niet ophouden in de buurt van de andere cadetten. Van Juli, wanneer ze zich voor het eerst melden, tot de graduation in Juni van het volgende jaar, worden ze voortdurend, om het maar eens met een Hollandsche studenten-uitdrukking te zeggen, „gedonderd". Men duidt hen gedurende dien tijd in het algemeen aan als 588

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 58