2. HET KONINKLIJK NEDERLANDSCH-INDISCH LEGER IN HET EERSTE OORLOGSJAAR. Toespraak door Z. Exc. den Legercommandant door de radio gehouden op 11 Mei 1941. Gij allen, die op eenige wijze deel uitmaakt van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, vrijwillig of in verplichten krijgs dienst, in lang of in kort verband, als stads- of als landwachter, als vliegtuigmaker of als munitiewerker heden 11 Mei herdenken wij in het bijzonder den tweeden dag van den strijd tegen den bruten overweldiger. Dien dag waren wij nog vol hoop, dat de Nederlandsche weermacht den vloed der nazi-legers zou kunnen stuiten. Immers, de uit de lucht op de vliegvelden en andere objecten in Zuid-Holland neerstormende vijandelijke regimenten waren grootendeels vernietigd. De stra tegische overval was mislukt. De misdadige aanslag op het leven van onze dierbare Vorstin en de Haren had gefaald. Noord- Holland, de Grebbe-linie en een groot deel van Noord-Brabant waren nog in ons bezit. Helaas is de hoop, die ons den llden Mei vervulde, ijdel gebleken. De overmacht aan wapenen zoowel als aan menschen, was te groottegen laaghartige methoden waren wij niet opgewassen. Aan moed en strijdlust heeft het onzen soldaten ginds niet ontbrokendaarover zijn alle tot ons gekomen berichten, ook die van buitenlandsche waarnemers, eensluidend. In de gelederen stonden ook officieren en gewezen officieren, onderofficieren en soldaten van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, die in Nederland vertoefden. Uit goede bron mocht ik vernemen, dat zij, die tegenover den vijand hebben gestaan, zich dapper 'hebben geweerd. Ik had niet anders verwacht, doch het doet ons goed, zulks bevestigd te zien. Enkelen zijn in den strijd gebleven hun nagedachtenis zullen wij steeds blijven eeren. Anderen, het zijn er meer dan vijftig, bevinden zich thans in krijgsgevangenschap, daarmede uitdrukking gevend aan hun vasten wil tot voortdurend verzet, waar en wanneer zij de gelegenheid daartoe vinden. Dat deze wil nog ongebroken in hen leeft, is mij dezer dagen gebleken, toen mij van het Ministerie van Koloniën te Londen een tele grafische mededeeling bereikte, dat twee hunner uit het krijgs gevangenkamp en uit het door den vijand bezette gebied hebben weten te ontsnappen. Het is beter, hun namen nog niet alom bekend te maken, doch ik hoop, zulks binnen niet al te langen 535

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 5