toren hoofdzakelijk aan het model, m.a.w. er worden practici ge vormd, die echter een grondige kennis moeten hebben van wis kunde. Wie verder wel eens Amerikaansche officieren ontmoet heeft zal moeten toegeven, dat eenige twijfel aan de doelmatigheid van het onderricht in de vreemde talen wel eenigszins gerechtvaardigd mag heeten. Taalonderwijs past echter niet in het systeem, een systeem, dat er geheel op is gebaseerd, uit de massa hen te zoeken, die de aanvoerders zijn, zoowel op het sportveld als in de werkplaatsen bij het monteeren van auto's of machines. Deze aanvoerders moeten dan reeds tijdens den studietijd hun collega's helpen opleiden in een voortdurende schifting, naar bekwaamheid en prestaties op elk gebied. Zeer merkwaardig is verder, dat de wet voorschrijft, dat de cadet, die met succes het officiersexamen aflegt daardoor tevens het recht krijgt, zich Bachelor of Science te noemen, een acade mische graad, die bij ons onbekend is. Typisch Amerikaansch is ook, dat de cadetten worden „bezol digd". Hun „tractement" bedraagt 780 per jaar, vermeerderd met 60 dollarcents per dag voor voeding. Daarvan krijgen zij echter, om zoo te zeggen, geen cent te zien, daar hun geen geld, doch alleen bonnen worden verstrekt. (Het bezit van echt geld is hun nml. verboden, behalve wanneer zij met verlof naar huis gaan. Met de bonnen kan echter alles worden betaald.) Tegenover het ontvangen van een tractement staat nu, dat de cadetten hun in de mess genoten maaltijden en hun kleeding zelf moeten betalen, zij het dan, dat de staat beide tegen zeer lagen prijs levert. In dit systeem schuilt een zekere opvoedende waarde. Zoo zal een cadet op kleeding, die hij zelf moet betalen, beter passen, dan wanneer hij ze gratis krijgt uitgereikt. Men krijgt uit de literatuur dan ook den indruk, dat het heele opvoedingssysteem van Westpoint goed doordacht is. Aan de toekomstige officieren worden zeer hooge eischen gesteld, hetgeen ook wel noodig" is, want de betrekkelijk zeer kleine promoties van jaarlijks ongeveer 400 man, moeten in oorlogstijd de kern helpen vormen van een millioenenleger. Zulks is slechts mogelijk doordat de Amerikanen, veilig op hun continent, zich altijd den tijd hebben kunnen gunnen, zich op hun gemak op de komende dingen voor te bereiden. Dat heeft natuurlijk ook zijn nadeelen. Bekend is het conflict tusschen de generaals Pershing en Foch in het voorjaar van 1918 toen de Amerikaansche opperbevel hebber in Frankrijk hardnekkig weigerde, zijn soldaten over de Fransche legers te laten verdeelen. Slechts als een afgerond geheel mochten de Amerikanen aan den strijd deelnemen. Dat dit wat meer tijd vorderde kon hem niets schelen, maar Clémenceau en Foch waren er wanhopig onder. 594

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 64