600 de gevechten in 1914 tot 1918 slechts plaats tusschen alleen optredende vlieg tuigen of kleine formaties en een slag, waarin aan beide zijden meer dan honderd toestellen werden gebruikt, was zeldzaam, zelfs in de latere stadia van den oorlog. De uitslag werd in feite niet in de lucht beslecht, waar de elkaar bestrijdende luchtmachten een belangrijke maar 'bijkomstige rol speelden, maar door de zich in de zware modder van Vlaanderen en aan de Somme langzaam verplaatsende infanterie. Het is mogelijk, dat hetzelfde of iets dergelijks uiteindelijk ook in dezen oorlog zal gebeuren. Tot op dit oogen- blik evenwel heeft de eerste 'beslissende ontmoeting tusschen Groot-Brittannië en Duitschland in de lucht plaats gehad zij werd op 5, 6, 7, 8 en soms tot op 10 km boven de aarde uitgevochten door eenige honderden vliegtuigen, met snelheden van dikwijls meer 500 km/u. Terwijl deze groote slag dag aan dag gaande was, deden de mannen en vrouwen van dit land hun werk met heel weinig idee van wat er boven hun hoofden in het luchtruim plaats had. Deze slag was niet gehuld in den overweldigenden en verschrikkelijken rook van een bombardement te land met zijn gebulder van kanonnen, vlammen van springende granaten en de fon teinen van opspuitende aarde. Er was geen donderend geluid noch geweld er waren slechts de in de lucht langzaam van vorm veranderende figuren van rooksporen, gevolgd door een aantal kleine vlekjes, die als diamanten schit terden in het prachtige zonlicht. Uit de verte was echter soms, afstekend tegen het doffere geluid van de motoren, een geknetter te hooren. Zou dat niet zijn losgebroken, dan zou dat ver verwijderde doffe geluid eerst zijn ver anderd in een gebulder en dan in een woest gehuil, eindigend in het geraas van ontploffende zware bommen, wanneer bommenwerper na bommenwerper zijn lading zou hebben uitgeworpen. In een paar dagen zouden de steden van Zuid-Engeland, zelfs de hoofdstad van het Empire, hetzelfde lot hebben ondergaan als Warschau en Rotterdam. Deze strijd zou kunnen worden vergeleken met een duel, op den degen uitgevochten door meesters in de schermkunst. Bij zulk een ontmoeting worden de steken en parades zoo snel uitgevoerd, dat zij dikwijls nauwelijks zijn waar te nemen en de toeschouwer eerst bemerkt dat het gevecht is afgeloopen wanneer de verliezer de punt van zijn degen laat zakken of ver slagen neervalt. DE GEBEZIGDE WAPENS. Voor een goed begrip van de aan weerszijden in groote trekken toegepaste strategie en tactiek, moeten we eerst iets zeggen omtrent de gebezigde wapens. De Duitschers trachtten de beslissing te bevechten met vijf typen bom menwerpers, de Junkers (Ju) 87, de Ju 88, de Heinkel (He) 111 in verschil lende uitvoeringen, de Domier (Do) 215 en de Dornier 17. De Ju 87 B, een tweezits duikbommenwerper, een geheel metalen, vrij dragende, laagvleugelige eendekker, was uitgerust met twee vaste mitrailleurs, een in eiken vleugel, en een achter in den draaibaren koepel. Recht van voren gezien hadden de vleugels den vorm van een zeer vlakke W. Zijn maximum snelheid in horizontale vlucht bedroeg iets meer dan 385 km/u. De Ju 88 was ook een duikbommenwerper, doch met een maximum snelheid van 510 km/u. Zijn bemanning en bewapening waren gelijk aan die van de He 111. De He 111 K Mark V. was een vrijdragende, laagvleugelige, geheel metalen, tweemotorige eendekker met een bemanning van 4 koppen, uitgerust met drie draaibare mitrailleurs, waarvan een in den neus, een op den romp en een in de ge stroomlijnde „blister" aan de onderzijde. Zijn maximum snelheid bedroeg bijna 443 km/u. De Do 215 was een vrijdragende, hoogvleugelige, geheel metalen eendekker, bewapend met drie draaibare mitrailleurs, op dezelfde wijze geplaatst als in de He 111 K. Maximum snelheid ongeveer 502 km/u. Het was een verdere ontwikkeling van de Do 17, algemeen bekend als „het vliegende potlood". Dit vliegtuig was een middenvleugelige eendekker, bewapend met twee vaste vooruit vurende mitrailleurs op den romp, een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 70