606
en de rest tegen de vijandelijke bommenwerpers, die meestal vlogen op
een hoogte van 3300 tot 4500 m, doch vaak daalden tot 2.0002500 m om
hun bommen af te werpen. In deze periode vielen onze jagers de Me 109 en
Me 110 van achter aan. Die vechtwijze was doeltreffend doordat deze bom
menwerpers toen nog niet waren gepantserd. Het succes van deze jager
tactiek kan worden afgemeten door een vergelijking tusschen onze verliezen
aan piloten en die van den vijand. De verhouding was ongeveer 7 tot 1 en
zou nog opvallender zijn geweest, indien er niet zooveel gevechten boven zee
hadden plaats gehad.
DE TWEEDE PHASE DE AANVAL OP LANDINWAARTS GELEGEN
VLIEGVELDEN.
Tusschen het einde van de eerste en het daadwerkelijk begin van de tweede
phase verliepen 5 dagen, die de Duitschers gebruikten voor uitgebreide
verkenningsvluchten door alleen vliegende toestellen, waarvan sommige tevens
op hardnekkige wijze enkele vliegvelden bombardeerden. Deze handelingen
kostten den Duitschers 39 toestellen, die werden neergeschoten. Onze ver
liezen bedroegen 10 vliegtuigen, maar 6 piloten werden gered.
Gedurende deze korte gevechtspauze, kwam Göring klaarblijkelijk tot de
slotsom, dat een verandering van doelwitten noodzakelijk was. Misschien
dacht hij, de noodige resultaten te hebben bereikt en dat Portland, Ports
mouth en onze vliegvelden aan de kust practisch onbruikbaar waren gemaakt.
Misschien ook had hij den indruk, dat meer landinwaarts gelegen vliegvelden,
fabrieken en andere industrieele doelen niet zoo krachtig zouden worden
verdedigd. Het is evenwel waarschijnlijker dat hij eenvoudigweg opdracht
gaf voor uitvoering van het tweede deel van het plan en het mislukken van
het eerste gedeelte negeerde, hetzij willens en wetens, hetzij dat hij geen
andere mogelijkheid zag. In de nu volgende periode waren de afleidende
aanvallen tegen verschillende deelen van het land minder talrijk. De hoofd
aanval werd nu op een breeder front uitgevoerd. 'sVijands tactiek onderging
ook wijziging. Het aantal begeleidende jagers steeg, de grootte van zijn
formaties bommenwerpers nam af. Het dekkende scherm van jagers vloog
op zeer groote hoogten. De bommenwerpers werden ook beschermd door
een „kooi van jagers" (box of fighters). Sommige daarvan vlogen even boven
en opzij of achter, andere even boven en vóór de bommenwerpers, terwijl
nog weer andere jagers tusschen de onderdeelen van de aanvallende for
maties heen en weer schoten. Verscheidene malen wist een dusdanig samen
gesteld geheel, alleen door gebruik te maken van zijn overmacht in aantal,
door onze vooruitgeschoven jager-schermen te breken en zijn doelen te
bereiken, zelfs nadat er vele verliezen aan waren toegebracht. Bij andere
gelegenheden verlieten kleine formaties vijandelijke lange-afstand-bommen-
werpers doelbewust hun jager-escorte zoodra dat den strijd had aangebonden.
Zonder begeleiding gingen zij dan verder naar Zuid- of Zuidwest-London.
Zij leden zware verliezen wanneer zij werden aangevallen door onze jagers
in achterste lijn.
Met de aldus gewijzigde tactische formaties voerde de vijand tusschen
24 Augustus en 5 September 35 zware aanvallen uit. Zijn doel was, zooals
reeds is gezegd, de jager-vliegvelden en vliegtuigfabrieken buiten bedrijf
te stellen. Streken in Kent, rond de Thamesmonding en in Essex, waarin
zich slechts een burgerbevolking ophield, ontzag hij daarbij evenmin, niet
tegenstaande ze in geen enkel opzicht konden worden geacht, van militair
belang te zijn.
ACHT HONDERD VLIEGTUIGEN VALLEN JAGER-VLIEGVELDEN AAN.
Van 24 tot 29 Augustus toonde de vijand nog steeds belangstelling voor
Portland, Dover en Manston, welke steden alle hevig werden aangevallen.
Hij voegde hieraan nog andere doelwitten toe. Verscheidene gebieden in
Essex hadden eveneens zijn aandacht. Er werd verbeten gestreden boven
North-Foreland, Gravesend en Deal. Op 24 Augustus ontmoetten ongeveer