609 den slottoren van Hever Castle, het blauw van het luchtruim plotseling bezaaid met de witte bloemen der parachutes. De warme zon van deze prachtige Septemberdagen scheen over een steeds toenemend aantal ver woeste geraamten van vliegtuigen, die op hun vleugels het zwarte kruis van Pruisen droegen of het hakenkruis van de Nazi's. DE LAATSTE WORP. De aanval op Londen en omgeving vormde het hoogtepunt van den slag. Hij hield zonder veel respijt aan van 7 September tot 5 October en was de laatste wanhopige poging, de overwinning te behalen. Dit zou niet op een goedkoope manier kunnen worden bereikt, want het Luftwaffe had reeds verschrikkelijke verliezen geleden. Maar toch was het misschien nog mogelijk, London te vernietigen en op die manier den oorlog te winnen. In weerwil van den harden strijd in de voorgaande maand, vochten de verdedigende jagers van de R.A.F. nog even hard als tevoren. Zij moesten worden over wonnen alvorens London aan Hitler's genade kon worden overgeleverd. Göring geloofde nog steeds in numerieke overmaoht die zou het hem doen. Die overmacht had hem een vlugge overwinning gebracht in Polen, Noor wegen, de Lage Landen, België en Frankrijk de mogelijkheid bestond nog steeds, dat zij hem ook in Engeland de overwinning zou brengen. Hij spande al zijn krachten in, alle kegels in een laatste poging om te werpen, ten koste van alles. Het Luftwaffe voerde tusschen 6 September en 5 Octo ber bij daglicht 38 groote aanvallen uit. Na den geheelen Gden September 's morgens, 's middags en 's nachts op onze landinwaarts gelegen jager-vlieg velden te hebben gebeukt, deed de Duitsohe luchtmacht op den 7den een wan hopige poging, Londen te bereiken en de pakhuizen te vernielen. Driehon derd en vijftig bommenwerpers en jagers vlogen in twee golven beoosten Croydon naar de Theemsmonding. Sommige drongen bijna tot Cambridge door. Zij werden boven Kent en Oost-Surrey opgevangen, maar een aantal brak door en werd aangevallen boven de hoofdstad zelf. Voor den eersten keer sedert dien Septemberdag in 1666, toen Samuel Pepys den Koning te White hall mededeelde, dat de City in brand stond, zagen de Londenaren vlammen omhoog schieten uit verschillende punten in de dichtbevolkte wijken van Dockland en Woolwich, terwijl ieder Duitsoh radio-station een ooggetuige- verslag omriep, waarin verbeelding en wenschen wishful thinking) niet onverdienstelijk waren dooreengemengd. Londen kwam er niet ongedeerd af. Schade werd toegebracht aan pakhuizen, verschillende fabrieken, spoor wegverbindingen, gasfabrieken en electrische centrales. Maar ook aan den vijand. Honderddrie Duitsche vliegtuigen werden vernietigd. Deze zware verliezen schokten het Duitsche opperbevel, want hoewel de aanvallen her nieuwd en voortgezet werden, was blijkbaar niet langer alles goed. Toch volhardde het Luftwaffe met groote vasthoudendheid en moed en deed het nog hevige aanvallen, op 9 September, toen het een aantal viermotorige bom menwerpers gebruikte, op den llden toen ongeveer 30 vliegtuigen tot Centraal Londen doordrongen, op den 13den en nogmaals op den 15den. Onze verde digende jagers gaven de vliegtuigen, die konden doorbreken er zoo van langs, dat de verliezen onder hun bemanningen werden geschat op niet minder dan 250. Den volgenden dag drong een alleen vliegend Duitsch toestel door de verdediging heen door handig gebruik te maken van de bedekte lucht, en bombardeerde Buckingham Palace in den ochtend. Den 15den September gaf het hoogtepunt te zien 500 Duitsche vliegtuigen 250 's morgens en 250 in den namiddag waren in een doorloopend gevecht gewikkeld met onze Hurricanes en Spitfires, van Hammersmith tot Dungeness, van Bow tot de Fransche kust. Dit gevecht zal later uitvoerig worden beschreven. Het kostte den vijand 185 vliegtuigen, waarvan met zekerheid bekend is dat zij werden vernield. Tusschen 6 September en 5 October had hij in het geheel 883 toestellen verloren. Het is niet noodig, hier alle gevechten te vermelden, die aanhielden tot 31 October. Er is genoeg gezegd om de manier van vechten van de Duitsohers

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 79