van onzen machtigen bondgenoot zal trekken. En ook al zou de politieke hemel boven den Pacific zoo sterk opklaren, dat hier werkelijk niets meer zou zijn te vreezen, zouden dan onze ge dachten niet aanstonds overspringen naar Nederland, dat nog niet bevrijd is Zouden wij dan niet met ons leger of met een gedeelte daarvan naar Europa moeten trekken om aan die bevrijding daad werkelijk mede te werken Ik weet, dat gij op die vragen onmid dellijk met groot enthousiasme bevestigend zult antwoorden, dat gij liever vandaag zoudt willen gaan dan morgen. Welaan, mannen van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger, verricht dan allen, hoofd voor hoofd, in het pas ingetreden tweede oorlogsjaar Uw taak met nimmer verflauwende energie en toewijding, zooals gij dat in het eerste jaar, tot mijn groote voldoening en erkente lijkheid hebt gedaan. Bouwt met mij rusteloos voort, een ieder op zijn terrein en naar zijn vermogen, aan het grootsche werk, dat ons is opgelegd de bescherming van dit schoone land tegen vreemd geweld, de versterking van de schakel, die deze gewesten vormen in de groote defensieketen, welke van Malaka tot de Zuidkust van Australië reikt, de bevrijding van Nederland, de hereeniging van onze geliefde Vorstin met Haar volk 538

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 8