628 de Maginot-lijn bij Breisach, ontleende kol. Barrows het volgende verhaal aan een Russisch tijdschrift. In het binnenland hadden de D. de belangrijkste Belgische en Fransche werken nagebouwd daarop werd de aanval, op de Elbe de overgang over den Rijn beoefend. Enkele weken voor den aanval hielden de D. het geheele Rijnfront onder een wel niet zeer hevig maar voortdurend art.vuur om de zwakke punten te ontdekken. Het gedeelte van Kaiserstuhl tot n. van Breisach werd als zoodanig vastgesteld. De Rijn is daar niet meer dan 200 m breed, doch stroomt er vrij snel. Tegenover dit gedeelte verzamelden de D. een groote hoeveelheid art. van alle kalibers, zelfs ld.gs. van 8,8 cm, en, in den nacht van 13 op 14 Juni, op een front van 2 km overgangsmaterieel. Het regenachtige weer vergemakkelijkte de geheimhouding. Den 14den Juni te 10.00 opende de art. het vuur. Tegelijk staken in een regimentsvak 30 van aanhangmotoren voor ziene booten van wal, elk uitgerust met een draagbaren mitr. Aan den anderen oever aangekomen, legden de inzittenden een rookscherm ter bescherming van den overgang der volgende echelons. Binnen 4' was een geheele cie. geland, die te zamen met de vergezellende pi. onmiddellijk de Fr. werken aanviel. Zij werden blind gemaakt met rookbommen, onder dekking waarvan de pi. ze naderden en trachtten, het geschut en de mtirn. te laten springen. Vlammenwerpers volgden, gedekt door art.- en mitr.vuur. Zoodra zij hun werk hadden gedaan, vielen de pi. de toegangen van de werken aan en heten die springen. Was de hoeveelheid springmiddelen uitgeput voordat het doel was bereikt, dan werden de openingen met zakken aarde afgesloten. Gaf de bezetting van een werk zich niet over, dan bracht men op de dekking krachtiger explosieven tot springen. Na het overgaan van het 1ste echelon werden motorbooten gebruikt. Om 11.00 begon de genie een landhoofd aan te leggen de brug werd geslagen toen de Fr. eerste lijn was vermeesterd. De troepen rukten tevens op naar de tweede lijn, die een 2xk km verder lag. Het slechte weer was oorzaak, dat vlgn. vrijwel geen deel hebben gehad in het beschermen van den overtocht. Pantsertroepen en vechtwagens werden in het geheel niet gebruikt. Omtrent de D. parachute-troepen vermeldt S. ten slotte dat een div. 5000, een bat. 500 man telde. Elk bat. zou zijn bewapend met een kanon van 7,5 en 1 mrt. van 8.1 cm, 30 mrtn. van 5 cm, 12 mitrn. met affuiten en 44 lt. mitrn. Elke parachutist is uitgerust met een mitr.pistool, hand granaten en springmiddelen. De collectieve uitrusting en wapens worden met parachuten afgeworpen. Organisatie en uitrusting van gemech. en gemot, troepen. Mil. Eng. 1940 nr. 185 bespreekt in Engineers in the Third. Army Maneuvres het gebruik van pioniers in samenwerking met gemot, en gemech. troepen. Deze manoeuvres, waaraan 2 L.Kn. op oorlogssterkte deelnamen, hebben ruimschoots stof geleverd voor critiek, welke kort samengevat hierop neer komt, dat men had gepoogd, de troepen te bewegen in het tempo van een Blitzkrieg, zonder de hiertoe vereischte nauwkeurige coördinatie en met onvoldoende hulpmiddelen. Op wegenknooppunten ontstonden eenige malen verkeersstremmingen waarin vewn.colonnes, gemot, troepen en allerlei voer tuigen dooreen geraakten. De aan den dag ggtreden technische en tactische fouten doen echter niets af aan het feit, dat hier een manoeuvre werd gehouden, welker karakter sterk afweek van de tot nu toe bekende oefeningen, welke zijn gebaseerd op de oude methodes. Op prompt besluiten en snel uitvoeren werd sterk de nadruk gelegd. Beweeglijkheid was het oogmerk en in het nastreven hiervan werden lessen geleerd, die voor toekomstige oefeningen groote waarde hebben. Een dier lessen was, dat de eisch van snelheid en beweeglijkheid de drin gende behoefte aan pioniers onderstreept. Gemot, colonnes bleven veelvuldig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 98