In het gevecht zijn goede bedoelingen van geen waarde
alleen de uitslag telt.
Daarom, een veldheer die het in den strijd niet tot de over
winning brengt, moet worden vervangen.
Daarom, a fortiori, de verantwoordelijke leiders van den Staat,
wier buitenlandsch beleid heeft gefaald, moeten aftreden.
Beide categorieën hebben het vertrouwen, door het volk, de
strijders, in hen gesteld, niet weten te honoreeren.
Bezint in den strijd niet te lang vóór gij begintkogels
hebben zeer groote snelheden.
In het gevecht is de verrassing een andere vorm van sterkte.
Wie derhalve verrassing aan sterkte paart, is dubbel sterk.
Wie zich vóór het gevecht sterk genoeg waant en denkt zich
niet van de verrassing te behoeven te bedienen, kan het wel
eens overkomen, dat de sterkte hem in het gevecht in den steek
laat en alleen de waan hem na het gevecht overblijft.
Dat in het gevecht de eerste klap een daalder waard is, dankt
hij aan de verrassing.
In de verrassing en niet te worden verrast ligt het geheele
geheim van de overwinning.
De verdediging is uiteindelijk geen doeltreffende strijdwijze,
omdat zij het uiteindelijke doel, de overwinning, niet kan treffen.
De verdediging kan alleen gerechtvaardigd zijn om den vijand
te verhinderen zelf het doel, de overwinning, te treffen.
Om te overwinnen moet men derhalve tot den aanval overgaan.
De waarneming is in den strijd van het grootste belang.
Maar niet dat men iets ziet is van zooveel belang.
Van veel belang is, dat men het geziene weet te verwerken.
Waarnemen is denkend zien.
Daarom moet men op een waarnemingspost niet alleen veel
kunnen zien maar ook veel kunnen waarnemen, veel kans hebben,
dat in het gezichtsveld doelen zullen zijn te zien.
Een waarnemingspost moet tenslotte door zijn uitzicht
inzicht geven.
In den strijd zijn voor den strijder alleen twee dingen van
primair belang leven en slapen.
Leven om den strijd te kunnen voortzetten, slapen, om den strijd
tijdelijk te kunnen vergeten.
In den strijd drijft het kuddecomplex de strijders steeds weer
naar elkaar toe, de leiding steeds weer uit elkaar.
652