In den strijd vecht iedere man eerst voor een ander en dan
pas voor zich zelf.
In het handgemeen vecht iedere man eerst voor zich zelf en
dan pas voor een ander.
In den strijd vecht men altijd tegen een dubbel fronthet
front van den zichtbaren vijand óm ons, en het front van den
onzichtbaren vijand in ons.
De eerste zoekt des strijders dood, de tweede zijn leven.
Tegen dezen tweefrontenoorlog zijn op den duur alleen de zeer
grooten bestand.
In den strijd ondergaat de strijder een louteringsproces.
Van alle slakken ontdaan verschijnt de ziel van den strijder ons
als in een glazen huisindien althans een ziel aanwezig blijkt
te zijn.
In den strijd wordt het ingewikkelde leven tot zijn eenvoudigste
element, zijn ware natuur, teruggebracht.
In den strijd is het daarom eenvoudig te leven en is dat leven
het eenigste waardevolle voorwerp, waar men prijs op stelt.
Wie het louteringsproces van den strijd heeft doorstaan, komt
daaruit als een veranderd wezen, als een natuurlijk mensch te
voorschijn.
Voor de ontleding van het karakter van den strijder is het
gevecht als de spectroscoop voor het licht van de zonbeide
worden zij ontleed in hunne eenvoudigste elementen.
Daarom is er in den strijd voor psychiaters geen stuk droog
brood te verdienen.
Wilt gij den strijder kennen Aanschouw hem in het gevecht.
Wie den strijder niet in het gevecht heeft gekend, kent hem
maar half.
De strijd vraagt niet naar recht en rechtvaardigheid, alleen naar
macht en sterkte.
Rechtsgeleerde kennis is in den strijd daarom een geheel over
bodige wetenschap,alleen kennis van de wapenleer is noodig.
De schijn is in den strijd een factor van groote beteekenis.
Den indruk te vestigen sterk te zijn, is dikwijls van even groote
waarde als het werkelijk te zijn.
Om sterk te schijnen moet de strijd der wapens en strijders
achter een dicht scherm van moreele wapens worden gevoerd.
653