In den strijd is een goed strijder een geloovige en een mensch
van de daad, want hij gelooft te moeten strijden voor zijn roeping,
zijn plicht en zijn rechthij gelooft te moeten strijden voor het
behoud van zijn geboorteland hij gelooft daarvoor zoonoodig zijn
leven ten offer te moeten brengen en dat van den vijand te moeten
vernietigen. Hij gelooft ten slotte in de uiteindelijke overwinning
en in zijn daad daartoe het zijne te hebben bijgedragen.
Maar ook zij die de overwinning niet zullen meemaken, moeten
er in gelooven.
Een soldaat is méér dan een man die vecht.
Op den duur heeft in den strijd alleen de bekwame strijder geluk.
Geluk is in den strijd echter steeds van korten duur.
De strijd is de school der eenzaamheid en bezinning.
Wie behoefte gevoelt zich in retraite te begeven, hij begeve
zich in den strijd en in het gevaar.
In het dichtste vuur van den vijand moet de strijder zich gruwe
lijk eenzaam en verlaten voelen.
Het moderne slagveld is een woestijn van eenzaamheid en ver
latenheid waar een orkaan van verderf den strijder om de ooren
giert.
Wie in het gevecht niet alles heeft gewaagd om zijn doel te
bereiken heeft zijn menschen nutteloos opgeofferd.
Het leven is in den strijd als in een kansspel, waarbij men altijd
wint, behalveéénmaal.
De afstand die den strijder van de vuurlinie scheidt is even
zwaar af te leggen als de weg naar Golgotha.
Op beide wegen zwoegen kruisdragers voor de consequenties
van hun geloof.
Ook op het slagveld heeft elke strijder zijn eigen kruis te dragen.
In den strijd en in de bioscoop zijn de geriefelijkste plaatsen
altijd achteraan.
De duurst betaalde plaatsen zijn in den strijd echter uitsluitend
vóóraan.
Ten slotte is steeds gebleken, dat goede strijders alleen door
betere strijders kunnen worden overwonnen.
656
