Typeerend voor den strijd in China is, dat nu reeds bijna drië
jaar het front daar verstijfd is, voorzoover men ten minste gerech
tigd is van een front te spreken, omdat zoowel daarvóór als
daarachter wordt gestreden en moeilijk valt uit te maken, aan
welk gedeelte van den strijd meer beteekenis moet worden gehecht.
Inderdaad is sinds Mei van het vorige jaar op militair gebied
niets nieuws te melden, in dien zin, dat alles wat gebeurd is, een
herhaling was van vorige overeenkomstige gebeurtenissen. Aan
de ontruiming door de Japanners van Nanning en Pakhoi kan
niet de beteekenis worden gehecht, die de Chineezen daaraan wen-
schen te geven, n.l. een nederlaag der indringers. Na de bezetting
van het n. deel van Tonkin en de beheersching van de Fransche
invoerhaven Haiphong met de daar aanvangende spoorbaan naar
Kunming, was de bezetting van het n. deel van Kwangtung en
Kwangsi overbodig gewordende wegen van Indo-China naar
Chungking kunnen thans geheel „bloedloos" worden afgesloten.
De herhaling, waarop hierboven werd gedoeld, vormen de
uitvallen der Japanners uit de door hen bezette linie, welke uit
vallen zonder uitzondering eindigen met den terugtocht op de
oude stellingen, waarbij volgens de Chineezen telkenmale aan
de Japanners zware verliezen zouden zijn toegebracht. Dergelijke
operaties hebben gedurende de laatste zes maanden ook herhaal
delijk plaats gehad langs de kust, van de Hangchowbaai tot de
Fransche grens. Zij onderscheidden zich overigens niet van die,
ondernomen ten n.w. van Hankowook zij bestonden uit een
inval in onbezet gebied en waren als regel binnen 14 dagen afge-
loopen. De Japansche spokesmen verklaarden, dat het doel was
bereikt, waarna de troepen in hun kwartieren terugkeerden.
Chineesche troepenmassa's, afwisselend van 10.000 tot 100.000 man
sterk, zouden daarbij in de bekende stalen ringen zijn ingesloten
en vernietigd.
Maar het is niet aan te nemen dat het aanrichten van deze
overigens onwaarschijnlijke bloedbaden onder de Chineesche
legerafdeelingen het eenige, noch het werkelijke doel van deze
invallen in vijandelijk gebied kan zijn. Zelfs de Japanners moeten
begrijpen, dat, indien het op uitroeiing van -eikaars strijdmachten
aankomt, zij de eersten moeten zijn, die het loodje leggen. Welke
kans hebben zij in dat opzicht tegen 450 millioen Chineezen
Er is veel raadselachtigs in deze nu zeker reeds zes maal her
haalde offensieve stooten tegen Nanyang in Honan en Siangyang
in Hupeh, evenals er veel raadselachtigs is in het feit dat Ningpo,
of juister geheel Noord-Chekiang tot voor kort verschoond bleef
van Japansche agressieve maatregelen, zoodat via Chinhai, Wen-
chow, Foochow en tusschenliggende havens met behulp van de
spoorbaan die van het hart van China, Kiangsi, naar Hangchow
leidt -en thans nog grootendeels in gebruik is tot Kinhwa, vrij
verkeer voor handel en personen tusschen Zuid- en Midden-China
en Shanghai mogelijk bleek.
673