politiek succes. De vijf legers in China onder vijf onafhankelijke generaals onafhankelijk inzooverre, dat zij geen bevelen van Tokio aanvaarden (zie b.v. de opmerking van generaal Matsui in Nanking in December 1937) doen wat ze willen en worden slechts beconcurreerd door de Marine, die ook 'haar deel in den buit wenscht. De generaals worden schatrijk, vele lagere officieren ook de soldaten mogen zich met toestemming van hun chefs van tijd tot tijd te buiten gaan aan de vrouwen en meisjes in de bezette steden 1). Volgens Snow zou door een en ander the „fighting morale" van het Japansche leger voortdurend zijn gedaald. „Foreign experts find lack of imagination in manoeuvre, poor estimation of enemy's fighting strength, lack of physical endurance, absence of initiative in lower officers, wastefull substitution of fire power for attacking force" en verklaren dat „Japan's successes have been built evenly on the immense technical and armement superiority rather than the Japanese conscript". Deze veroordeeling laat aan duidelijkheid weinig te wenschen over, maar het kan niet worden ontkend, dat er veel waars in schuilt. Zij zal door degenen, die de gebeurtenissen der laatste jaren in China hebben bestudeerd, algemeen onder schreven worden. Het kan niet anders of de lange duur van den oorlog moet het moreel van het Japansche leger hebben ondermijnd. De Japansche „conscripts" zijn voor ten minste 90% uit de boerenbevolking gehaald. Zij zijn niet „warminded" en moeten wel heimwee krijgen naar hun dorpen. Het zijn de officieren, die de aggressors zijn door hun feudale militaire opleiding, waarbij het dictatorschap van het leger de plaats inneemt van den daimyo van weleer. Van deze zijde bekeken ziet de oorlog in China er nog veel hopeloozer uit dan anders, maar het is een bijdrage tot de ver klaring, waarom het blijft hij beginsel-uitspraken en er inderdaad zelfs geen poging wordt gedaan, aan den strijd een einde te maken, en waarom alle pogingen om dit resultaat langs politieken weg te bereiken, gedoemd zijn te mislukken. Ook van deze zijde is dik wijls de verwondering uitgesproken, waarom de Japanners er niet in konden slagen, op een of andere partij of kliek steunend, zich voldoenden aanhang te verschaffen om de orde en den vrede in het bezette China te herstellen en daardoor Chiang Kai Shek en diens aanhang ten val te brengen. Het moest wel zeker zijn, dat de Japanners, die vroeger vooral in het noorden veel aanhang 675 b Nadat dit was geschreven, meldde de correspondent van de New York Times te Nanking, Douglas Robertson (zie A.I.D. 21-5-'41) dat generaal Honda „practisch" zou hebben verklaard, dat het „melken" van den Chi- neeschen handel door officieren en anderen niet alleen ontwrichting, chaos en ontevredenheid veroorzaakt, doch ook belet dat het doel van Japan wordt bereikt. Ook Haldore Hanson komt in Humane Endeavour, the story of the China-war in het hoofdstuk Economie Plunder tot conclusies, in overeenstemming met de meening van Edgar Snow.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 35