voor verdere waarneming van den militairen dienst, goed gedrag)
worden, binnen een maand nadat de vrijwillige dienst een einde
heeft genomen, eveneens voor den dienstplicht ingeschreven.
Voor elke jaarklasse wordt door de betrokken bestuursauto
riteiten een afzonderlijk inschrijvingsregister met bijbehoorende
inhoudsopgave aangelegd en bijgehouden, terwijl aan de inge
schreven dienstplichtigen dadelijk na de inschrijving een bewijs
van inschrijving wordt verstrekt. Het inschrijvingsregister, be
staand uit in lettervolgorde naar den naam gerangschikte inschrij-
vingskaarten, blijft berusten bij de betrokken bestuursautoriteit,
tot de dienstplicht der betreffende jaarklasse is geëindigd (d.w.z.
tot deze dienstplichtigen het 45e levensjaar hebben bereikt), waar
na het wordt vernietigd. Afvoering uit het inschrijvingsregister
dient te geschieden in bepaalde bij Regeeringsverordening op
te sommen gevallen, zooals overlijden, vestiging buiten Neder-
landsch-Indië, vrijwillige dienstneming bij het leger of de marine,
afkeuring voor den dienst enz. Indien een dienstplichtige zich in
een ander bestuursressort vestigt, wordt zijn insohrijvingskaart
uit 'het inschrijvingsregister verwijderd en d.t.k. van het Departe
ment van Oorlog of der Marine opgezonden aan de bestuursauto-
riteiten van het nieuwe bestuursressort, waar deze kaart aan het
aldaar berustende inschrijvingsregister wordt toegevoegd. Wan
neer dit register nog niet bestaat, wordt het alsnog aangelegd. Alle
veranderingen en bijschrijvingen in de inschrijvingsregisters dienen
door de betrokken bestuursautoriteiten aan het D.v.O. of D.d.M.
te worden medegedeeld.
Alle ingeschreven dienstplichtigen zijn voor inlijving beschik
baar. De oproeping ter inlijving geschiedt bij openbare of persoon
lijke kennisgeving. De ter inlijving opgeroepen dienstplichtige
meldt zich in persoon op plaats en tijd voor zijn inlijving vastge
steld bij de door den Legercommandant of Vlootvoogd aangewezen
gezaghebbenden. Na de inlijving staan de dienstplichtigen onder
de militaire tucht.
Inlijving buiten tegenwoordigheid van betrokkene vindt plaats,
indien hij uitstel van eerste oefening heeft gekregen of om welke
reden ook niet ter inlijving is verschenen. In dat geval doen de
gezaghebbenden, die met de inlijving zijn belast, aan de betrok
ken bestuursautoriteit toekomen de kennisgevingen van inlijving
van de buiten hun tegenwoordigheid ingelijfde dienstplichtigen.
Deze bestuursautoriteiten zenden de kennisgevingen van inlijving
aan de betrokken dienstplichtigen.
Onmiddellijk na de inlijving vangt de eerste oefening in werke-
lijken dienst aan.
EERSTE OEFENING EN HERHALINGSOEFENINGEN.
De duur der eerste oefening bedraagt voor het leger ten hoogste
12 maanden en voor de zeemacht ten hoogste 18 maanden. In
682