werking slechts mogen worden gevraagd in de regionale nabijheid
van de eigen woonstee. Een nadere beschouwing leert echter, dat
bedoelde verdediging in bepaalde gevallen beter is verzekerd door
den vijand tegemoet te treden op soms verafgelegen gebied, dan
door het passief afwachten in de eigen landstreek, nog daargelaten
het feit, dat oorlog in het eigen land zware offers zal kosten aan
levens van niet-strijders en aan have en goed. Het moet aan het
beleid van de legerleiding kunnen worden overgelaten, waar de
vijand met de meeste kans op succes zal worden aangegrepen. Het
instrument daartoe is het mobiele leger op oorlogssterkte, dat met
het oog op deze taak is georganiseerd, bewapend, uitgerust en ge
oefend. Aangezien ook Inheemsche dienstplichtigen bestemd zijn
om in dat leger bepaalde functies te vervullen, is het duidelijk, dat
wanneer deze strijdmacht op ander gebied wordt overgebracht
ter voorkoming wellicht van een rechtstreekschen vijandelijken
aanval op ons grondgebied bedoelde dienstplichtigen niet kun
nen worden achtergelaten, omdat anders de oorlogs-organisatiën
op onaanvaardbare wijze worden ontwricht.
Onder de huidige strategisch-politieke omstandigheden is het
noodzakelijk, dat tegen den aanvaller, die één der schakels in de
machtsketen Burma Malaka Nederlandsch-Indië Australië
wenscht te doorbreken, kan worden opgetreden met de gecon
centreerde strijdkrachten van die gebieden. De theoretische moge
lijkheid van deze gecombineerde actie kan voor de veiligheid van
deze gewesten reeds meer beteekenen dan een streng doorgevoerde
zelfstandige oorlogvoering. De les van de achtereenvolgende over
rompelingen der militair-geïsoleerde kleine staten in Europa mag
voor de bewoners van den rand van den Pacific niet vergeefsch zijn
geweest.
Uit het vorenstaande mag niet de gevolgtrekking worden ge
maakt, dat in een oorlog in den Pacific onze landstrijdkrachten
den vijand te allen tijde op vreemd gebied tegemoet zullen treden.
Het gaat er slechts om, de mogelijkheid daartoe te scheppen, opdat
in voorkomend geval de legerleiding in staat zal zijn, de door
strategische omstandigheden geboden kansen te benutten.
DE IDEËELE ZIJDE.
Tot dusver is het onderwerpelijke vraagstuk van den zakelijk-
militairen kant bekeken, hetgeen de beste waarborgen geeft voor
een objectieve beoordeeling. Niettemin zullen gevoelsargumenten
niet geheel zijn uit te schakelen het probleem grijpt daarvoor te
diep in de maatschappelijke verhoudingen van deze gewesten. Het
kan daarom nuttig zijn, in dit geval de gevoelens niet geheel te on
derdrukken juist door deze uitingen leert men elkanders stand
punt kennen en waardeeren. Overheersching van het sentiment
is echter verkeerd, omdat de Inheemsche militaire dienstplicht in
de eerste plaats beteekent, een zeer reëele verhooging van de weer-
685