over een afstand van 1,0938 mm naar boven verschoven. Het punt van samenkomst der vliegrichtingen voor genoemde elevatie ligt op 0,7406 mm, maar is gecorrigeerd tot 0,5841 mm. Het schot zal dus te laag vallen en wel over een afstand in de projectie van 0,7406 0,5841 0,1565 mm. Voor een elevatiehoek van 60° zal het schot eveneens een af wijking geven van 0,1565 mm in de projectie, maar nu te hoog. Berekenen we voor beide gevallen met behulp van den beken den brandpuntsafstand en afstand tot het doel, de afwijking in meters in zuiver verticalen zin, dan verkrijgen we een maximale fout van voor 30° elevatie 3,0 m te laag, voor 60° elevatie ^'1565 5,2 m te hoog. 0,06 X cos 60 We zullen nu de vergelijking nog even voortzetten voor een hoek van 45°. De ligging der groote ellipsas, zonder correctie voor de kogelbaan, hebben we reeds eerder becijferd op 0,4064 mm boven het snijpunt van het kruis. De correctie voor de kromming van de kogelbaan voor een hoek van 45° is gelijk aan 0,8852 cos 45° 0,8852 X 0,7071 0,6259 mm, zoodat tenslotte de groote as 0,6259 -j- 0,4064 mm boven het kruis zou komen te liggen. Voor deze ellips zou het snijpunt der richtingen liggen op 0,6259 mm het is echter in het vizier geconstrueerd op 0,5841 mm, d.i. een verschil van 0,0418 mm. Al direct blijkt, dat het schot te laag zal vallen en wel voor een afstand in meters gelijk 0,0418 aan 1,0 meter. 0,06 X cos 45° Stellen we nu de fouten naast elkaar, waarbij wij indachtig moeten zijn, dat dit maxima zijn voor de aangenomen gemiddelde vliegrichting, dan rijst vanzelf de vraag, of deze ongelijke grenzen, 3,0 en -)- 5,2 meter voor den zelfden afstand, niet zoodanig kun nen worden gecorrigeerd, dat de afwijkingen gelijk worden. Het is duidelijk, dat de verschillen altijd tegengesteld zullen blijven, omdat de gecorrigeerde vliegrichting steeds zal blijven liggen tusschen de beide juiste vliegrichtingen. Uit de grenswaarden 3,0 en -f- 5,2 voor elevatiehoeken van resp. 30° en 60° blijkt, dat de bovengenoemde verschuiving van 0,1565 mm naar het snijpunt van het kruis, voor eerstgenoemden elevatiehoek te klein is. Stellen we de aan deze verschuiving alsnog aan te brengen correctie op x mm, dan weten we dat 0,1565 x 0,1565 x 0,06 X cos 30° 0,06 X cos 60° 16 boven)' Werken we deze vergelijking verder uit, dan vinden we 0,1565 x 0,1565 x of 0,06 X 0,8660 0,06 X 0,5 694 UjUo y\ cos ou

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 51