701 werd er nauwelijks getracht, zuiver te richten. Er is geen beter bewijs van het falen van den vijand dan het gedrag van de burgers van Londen. In het 'begin van den slag zochten velen de schuilplaatsen op wanneer de sirenes loeiden. Postkantoren, ministeries, openbare gebouwen en groote warenhuizen sloten dan hun deuren en zonden hun personeel en bezoekers naar de schuil plaatsen. Het bleek echter al spoedig, dat het meeste lawaai, hetwelk in geen enkel opzicht viel te vergelijken met dat van het nachtelijk spervuur, hetwelk weldra den achtergrond zou vormen van hun nachtrust, werd veroorzaakt door het vuur van het geschut en niet door de ontploffende bommen. Slierten witte rook, die fantastische en mooie figuren vormden tegen den zomerhemel, waren vaak de eenige aanduiding dat het Luftwaffe boven de hoofdstad zat. Deze rookslierten waren fraai om te zien en leverden een onderwerp voor bespiegelingen in de straten en openbare schuilplaatsen. Spoedig evenwel trokken ook zij niet veel aandacht meer. Naarmate de dagen voorbijgingen, begon de Londenaar, altijd vol vertrouwen in het vermogen van de R.A.F., hem bij daglicht te beschermen, die bescherming als vaststaand aan te nemen. Behalve wanneer dak-wachten de .,Jim Crows" van den Eersten Minister waarschuwden dat er onmiddellijk gevaar dreigde, ging het leven gewoon door. Er kan geen beter verdiende hulde worden gebracht aan de mannen van de jager- escadrilles. DE GROOTSTE DAG. 15 SEPTEMBER 1940. Het voorgaande is een beknopte samenvatting van hetgeen voorviel in den strijd in de lucht, welke bijna drie maanden lang vrijwel zonder onderbreking werd gevoerd zij is noodzakelijkerwijs beknopt en onvolledig, omdat de slag nog te kort achter ons ligt om er een volledig verslag over te schrijven. Voor een beter begrip van het karakter van dezen strijd is het noodig, een bepaal den gevechtsdag meer in details te bezien. Zondag 15 September kan daarvoor dienen zoo goed als elke andere dag. Het was één van de „groote dagen", zooals zij later werden genoemd, en de toen geleverde gevechten zijn door den Eersten Minister in het Lagerhuis beschreven als „de schitterendste en vruchtdragendste van alle tot op dien dag door de jagers van de R.A.F. op groote schaal gevoerde gevechten". De vijand verloor 185 vliegtuigen. Bij het aanbreken van den dag was het boven Zuid-Oost Engeland ietwat mistig, doch tegen 8.00 klaarde het op en werden lichte stapelwolken zichtbaar op een hoogte van 600 a 900 m. De mate van deze bewolking wisselde af hier en daar was zij zwaar genoeg om lichte plaatselijke regenbuien te ver oorzaken. Het zicht was echter den geheelen dag over het algemeen goed. Een lichte wind woei uit het westen hij liep in den loop van den dag om naar het noord-westen. De eerste vijandelijke patrouilles kwamen kort na 9.00 opzetten. Zij werden gerapporteerd boven het Kanaal, de Theemsmonding, bij Harwich en tusschen Lympne en Dungeness. Omstreeks 11.30 verscheen de eerste door Göring uit gezonden golf van den ochtend-aanval, bestaand uit een honderd vliegtuigen, spoedig gevolgd door nog 150. Zij kwamen in hoofdzaak op drie punten over de Engelsche kust, n.l. bij Ramsgate, tusschen Dover en Folkestone en enkele km n. van Dungeness. Hun doel was Londen. Deze formidable luchtvloot bestend uit Dorniers 17 en 215 (bommenwerpers), begeleid door Me 109's. Zij vlogen op versohillende hoogten tusschen 4.500 en 8.000 m. Op den grond gezien leken de Duitsche vliegtuigen op zwarte stippen met een staart van lange slierten witte rook. In de lucht waargenomen leken zij op vlug grooter wordende vlekken, dan op vliegtuigmodellen en tenslotte, bij het kleiner worden van den afstand, op echte vliegtuigen. De slag begon al spoedig en woedde ongeveer drie kwartier over Oost- Kent en Londen. Een 100 bommenwerpers braken door onze verdediging en bereikten de o. en z. wijken van de hoofdstad. Een aantal werd onderschept boven de City zelf, juist toen Big Ben het middaguur sloeg.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 58