11. DE STRIJD IN WEST-EUROPA. 10 MEI 25 JUNI 1940 (I). Met een schets achter in dit nummer.) 710 In het Maart-nummer van dezen jaargang verscheen de verhandeling van luitenant van der Palm De val van de Weygand-linie. De April-aflevering bracht daarop in de rubriek Uit de Vaktijdschriften een weergave van een Engelsch artikel over de verrichtingen van de Britsche troepen in België. Nadien zijn verschillende, al dan niet officieuze of officieele beschrijvingen verschenen, vooral in de Amerikaansche pers, militair zoowel als niet- militair, die eenig inzicht geven in den onderlingen samenhang van den strijd in Nederland met dien in België, van dezen met dien in Frankrijk en in laatstbedoelden strijd zelf, zooals hij werd gevoerd voor en ook na den val van de Weygand-linie. De nadruk dient er echter op te worden gelegd, dat er hoogstens sprake kan zijn van eenig inzicht. Immers, die beschrijvingen zijn op vele punten nog te tegenstrijdig en te vaag dan dat zij het trekken van bepaalde conclusies veroorloven. Bovendien moeten verschillende publicaties met wantrouwen worden bezienmet dit soort aan groote duimen ontsproten, op sensatie ingestelde of met een bijzondere bedoeling geschreven verhaaltjes is geen rekening gehouden in onderstaande regelen, welke niet meer beoogen dan 'het geven van een beeld van het verloop der krijgsverrichtingen. Wat Nederland aangaat zij in herinnering gebracht, dat de verdediging was gebaseerd op de stelling, die bestond uit de Grebbe-linie, naar het z. langs de Raam en de Peel verlengd (Peel-Raamstelling) tot Weert, met voorposten aan IJsel, Maas-Waalkanaal en Maas. De Belgen hadden twee stellingen voorbereid. De voorste, van Antwerpep naar Luik langs het Albert-kanaal en verder langs de Maas tot de Fransche grens, was 240 km lang. De tweede liep van Antwerpen over Lier. Mechelen, Leuven en Waver naar Namen en verder langs de Maashaar lengte bedroeg ongeveer 100 km. De Belgen verwachtten niet, met hun 18 divisies lang te kunnen stand houden in de eerste stelling, maar toch wel zoo lang, dat Britsche en Fransche troepen zich in de tweede stelling bij de hunne zouden kunnen voegen. Deze tweede stelling, vaak IJzeren Linie genoemd, in enkele schrifturen aangeduid als K.W. I.-lijn, moet zeer sterk zijn geweestzij omvatte tal van betonnen kazematten, batterijstellingen en stalen vechtwagenhindernissen. Een der bronnen acht haar wat sterkte betreft gelijk waardtig aan de Maginot-linie. Het Fransche verdedigingsstelsel is overbekend. T.a.v. Frankrijk daarom slechts het volgende. Gnl. Gamelin was opperbevelhebber van alle Fransche legers, dus zoowel van dat in Noord-Oost en Noord-Frankrijk als van die aan de Italiaansche grens, in Syrië, Noord-Afrika enz. Aan het hoofd van eerstbedoeld leger stond gnl. Georges. Daar dit tot den Italiaanschen dolkstoot in den rug het eenige leger was, dat actief aan den oorlog deelnam, hebben de generaals Gamelin later Weygand en Georges min of meer naast elkaar gestaan. Hieruit vloeide een ietwat eigenaardige dislocatie der staven voortde staf van gnl. Gamelin te Vincennes en die van gnl. Georges verdeeld over La Ferté-sous-Jouarre en Meaux.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 70