713 redden. Afgezien nog daarvan, dat het op 16 Mei nog geenszins vaststond, dat de doorbraak bij Sedan zou leiden tot de afsnijding van de legers in België, valt te bedenken, dat de strategische oogmerken ook in dezen bond- genootschappelijken strijd uiteenliepen. Zij behelsden voor de Belgen vast houden van een zoo groot mogelijk gebied, voor de Engelschen vasthouden van de Kanaalhavens en voor de Franschen redden van z.v.m. troepen.) 17 Mei. Het Belgische leger valt terug op de lijn TerneuzenDendermonde, het Britsche over Brussel op de Dender en het Fransche Ie Leger (gnl. Prioux) in de richting van Bergen. Achterhoeden gaan sprongsgewijze terug en leveren hevige gevechten aan de Nethe, de Rupel, het Willebroeck-kanaal, de beneden-Schelde en de Dender. De samenhang in en tusschen de Bel gische en Britsche troepen blijft goed bewaard (ondanks een Duitschen aanval, thans op de Belgisch-Britsche scheidingslijn), doch wordt in de Fransche troepen, welker rechtervleugel niet meer is gedekt, geleidelijk verbroken. Het IXe Leger valt in het gebied tusschen Sambre en Maas meer en meer naar het z. terug. Gnl. Giraud, die het te hulp snelt, valt den 18den in handen van de Duitschers. 18, 19 en 20 Mei. Op 18 Mei worden. N.- en Z.-Beveland en Walcheren ontruimd. Aan de midden-Schelde houden de Belgen drie dagen stand in het bruggehoofd van Gent en langs het kanaal Gent-Terneuzen. Het hoofd kwartier van koning Leopold is verplaatst naar St. Andries, 3 km w. van Brugge, dat van gnl. Gort naar Yperen. In het z. dringen de Duitschers steeds dieper door in de richting van het Kanaalden 18den bereiken zij Péronne, den 20sten Doullens en vervolgens Abbeville. Gnl. Gamëlin geeft zich nog niet gewonnen en gelast op 19 Mei te 10.00 een tegenaanval. Gnl. Weygand, die hem enkele uren later opvolgt, vaar digt een tegenbevel uit. Hij wenscht zich blijkbaar eerst op de hoogte te stellen van den toestand. Die is dan ook uitermate verward. In het hoofdkwartier schijnt niet bekend te zijn geweest, waar het Ie Leger zich bevond, dat in allerijl de verdediging van de open flank van de geallieerde legers in België trachtte te organiseeren, noch tot hoe ver de uit het n. en het z. komende Fransche troepen waren opgerukt, om de andere open flank te dekken in de lijn Maginot-linie Aisne Ailette Crozat-kanaal Somme. Daarmede zou dan ook elk uitgangspunt voor het organiseeren van een gecombineerde actie uit het n. en het z. hebben ontbroken. De op 20 Mei (volgens een andere bron op 21 Mei) door het Ie Leger bij Maubeuge en Valenciennes zonder succes uitgevoerde tegenaanvallen mogen derhalve als zelfstandige handelingen worden bezien. 21 Mei. Op 21 Mei gaat gnl. Weygand na een gevaarlijken tocht zijn toestel wordt nabij Calais tot landen gedwongende Duitschers staan reeds in Amiens en Abbeville en voor Atrecht en, op hun weg naar Boulogne, voor Montreuil per vliegtuig in het hoofdkwartier van koning Leopold. Gnl. Billotte is mede aanwezig, doch gnl. Gort, die ook is gewaarschuwd, verschijnt eerst in den avond, wanneer de opperbevelhebber reeds is teruggekeerd. Aldus het verslag van den Amerikaansdhen gezant in België, Cudahy. Volgens andere mede- deelingen, o.a. van den Belgischen Chef van den Generalen Staf, gnl.mj. Michiels, zou de bespreking echter juist te Yperen zijn gevoerd in tegenwoor digheid van alle legercommandanten. Dit is een van de vele tegenstrijdigheden van de verschillende bronnen. Een andere tegenstrijdigheid is, dat terwijl gnl.mj. Michiels en mr. Cudahy het er over eens zijn, dat de actie op 21 Mei werd besproken, zij volgens den schrijver in J.R.U.S.I, 1940 nr. 8 zie I.M.T. 1941/4, blz. 407 reeds dien dag bij Atrecht zou zijn ingezet, d.w.z. door de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 73