714 Britten en een Fransche lichte gemech. divisie, terwijl de overige Fransche troepen eerst 2 dagen later aanvielen (ter uitvoering dus van de besproken actie Elders is vermeld, dat op 21 of 22 Mei alle geallieerde pantser troepen bij Atrecht waren verzameld en een stoot uitvoerden. Deze mede- deeling valt weer moeilijk te rijmen met een andere, welke als een van de redenen van de Duitsche successen opgeeft, dat alle Duitsche pantsertroepen per legergroep tusschen Montmédy en Antwerpen zouden 2 Duitsche legergroepen in actie zijn geweest verzameld rechtstreeks onder de bevelen van den L.G.cdt. stonden, de geallieerde pantsertroepen daartegen onder de L.K.cdtn. Hoe het zij, de toestand is ook op de vorenbedoelde conferentie aan geen der bevelhebbers érg duidelijk. Men weet niet meer dan dat de 60e en 68e (Fr.) Div. zich bevinden tusschen Knocke en Zeebrugge, het Belgische leger staat tusschen Terneuzen en Oudenaerde, het Britsche van daar tot Meenen en rechts daarvan het Fransche Ie Leger, verspreid in een grooten boog langs Schelde en Scarpe en verder in een ijle lijn naar de kust bij Grevelingen. Gnl. Weygand besluit, de scheiding van de legers in België en Frankrijk ongedaan te maken door een tegenaanval, die het verband moet herstellen in de lijn Atrecht-Albert. De Belgen zullen deze operatie dekken en de ver- eischte krachten vrij maken door den rechtervleugel terug te halen naar de Leie en het Britsche front over te nemen. Afgescheiden hiervan worden zij denzelfden dag gedwongen, Gent op te geven, waardoor zij moeten terug vallen op de Leie. Te 21.00, nadat gnl. Weygand reeds is vertrokken, verschijnt gnl. Gort. Gnl. Billotte zet het plan uiteen en vertrekt dan naar Yperen. Enkele oogenblik- ken later botst zijn auto met een Fransche vrachtauto de bevelhebber wordt doodelijk gewond en sterft eenige dagen later. Gnl. Blanchard vervangt hem. 22 Mei. Het Belgische front is nu 90 km lang en loopt van z. naar n. van Meenen langs de Leie en het Leie-kanaal, beschermd door de bezetting in Zeeuwsch- Vlaanderen, tegenover Walcheren. Daar staat het Cav. Korps (voorhoede nog te Terneuzen) en verder van n. naar z. het 5e, 2e, 6e, 7e en 4e L.K., met het le L.K. (2 divn.) in reserve. De kust wordt bewaakt door één divisie, het Leopold-kanaal door de 68e (Fr.) Div. (De 60e gaat langs de kust naar het z. w. om het kanaal van Grevelingen te bezetten bij St. Omer, als flankdekking en ter vrijmaking van troepen.) Hoewel deze groepeering door niemand minder dan den Belgischen staf chef wordt opgegeven, valt haast niet aan te nemen, dat zij nog in den namid dag van den 21sten en in den nacht van 21 op 22 Mei zou zijn bereikt. Immers, zijn verslag maakt ook gewag van de hopelooze verwarring, veroorzaakt „door een aantal colonnes evacueerenden van allen mogelijken aard, die op stuwden naar de Fransche grens, die het grootste gedeelte van den tijd geslo ten was". Niettemin, terwijl Duitsche troepen worden gesignaleerd nabij Boulogne en St. Omer, vallen de Fransche-Britsche troepen aan, van Kamerijk richting Péronne de aanval mislukt. (Het Engelsche verslag zegt zie I.M.T. '41/4, blz. 407 dat de Britten op 21 Mei aanvielen, de Franschen eerst 2 dagen later, dus op 23 Mei. Dit klopt dan weder met een andere bron, die wil dat dien dag bij Kamerijk een vergeefsche aanvalspoging werd gedaan. Even genoemd verslag vermeldt echter ook nog een aflossing van Britsche troe pen door Belgische op 23 Mei!) 23 Mei. De 23e Mei verloopt aan het front zonder bijzondere gebeurtenissen. De Duitsche omsingeling wordt echter steeds nauwer. Britten en Franschen stel len zich in op een terugtocht naar Duinkerken, dat de basis is van de eersten, doch als zoodanig op 12 Mei ook voor de Belgen is aangewezen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 74