716
450.000 man Britsche en Fransche troepen. De koning acht verderen weer
stand hopeloos en onverantwoord. Te 17.00 besluit hij, den vijand de voor
waarden voor het staken van den strijd te vragen.
In den morgen van 28 Mei, te 4.00 klinkt het „ophouden met vuren". Doch
tevoren is nog auto-materieel ter beschikking gesteld van de Fransche 68e
Div. om haar af te voeren naar Knocke aan Zee, zijn alle voorraden en de
bruggen over de Yzer in de wegen naar La Panne en Duinkerken vernield
en inundaties gesteld in de omgeving van Nieuwpoort. Daarmede is de
linkervleugel van de evacueerende Britsch-Fransche troepen voorloopig
gedekt.
28 Mei5 Juni.
In België vangt nu de heroïsche strijd aan om het redden van zoo veel
mogelijk Britsche en Fransche troepen, de strijd die eindigt met „Duinker
ken". Wordt van Belgische zijde opgegeven, dat op 27 Mei nog 450.000 Brit
ten en Franschen in Vlaanderen staan, van Britsche zijde is verklaard, dat
335.000 man zijn gered, zij het onder achterlating van alle materieel behou
dens een deel van de individueele bewapening.
Of onder laatstgenoemd cijfer ook Fransche troepen zijn begrepen, is niet
geheel duidelijk er zijn redenen om aan te nemen, dat zulks niet het geval
is. Zoo verluidt het, dat op 29 Mei 80.000 Engelschen, op 31 Mei te 12.00
150.000 Britten en 15.000 Franschen zijn overgebracht. Dan schat men, dat
in totaal niet meer dan 200.000 man kunnen worden geëvacueerd, zoodat
afgaand op de Belgische cijfers 250.000 zouden moeten achterblijven. Op
2 Juni te 0.00 zouden echter nog „slechts" 30.000 Engelschen en 20.000 Fran
schen, gedekt door 20.000 Franschen, op vervoer hebben gewacht. Uitgaand
van deze cijfers en de mededeeling van Engelsche zijde dat 335.000 Brit
ten zijn geëvacueerd, komt men tot een aantal van rond 45.000 geredde
Franschen of een totaal van 365.000, resp. 85.000. T.a.v. deze cijfers past wel
eenig voorbehoud
Hoe het zij, de Duitschers hebben hun doel, de volledige vernietiging van
de B.E.F. en het Ie Fransche Leger, niet bereikt, zulks niettegenstaande de
hevige aanvallen o.m. 31 Mei en 1 Juni, waarbij zij St. Winoxbergen en Te-
teghem, het geallieerde stafkwartier, 5 km z.o. van Duinkerken uit de lucht
vrijwel met den grond gelijkmaken.
Omtrent de Britten is weinig meer bekend geworden dan het vermelde
in I.M.T. 1941 nr. 4. Wat de Franschen betreft mag uit het feit, dat het VHe
Leger optreedt en een belangrijke rol speelt in den strijd aan de Somme,
worden opgemaakt, dat het grootendeels aan de omsingeling heeft kunnen
ontsnappen, hoewel zijn commandant tijdens den marsch van Antwerpen
naar N.-Frankrijk is gevangen genomen. Toch zijn ook de Fransche verliezen
zeer zwaar. Van de 23 divisies (zie onder 12 Mei) gaan er 18 verloren. (Elders
is vermeld, dat het verlies 2/= van de sterkte en het grootste deel van de ge
mechaniseerde troepen zou hebben ibeloopen, doch dat lijkt, gezien voren
staand cijfer, niet geheel juist.) Overigens valt er v.w.b. het Fransche leger
uit de beschikbare bronnen niets te halen, behoudens het verhaal van de
odyssee van een divisie.
Dit was de 12e Gemot. Inf. Div., bestaand uit een verkenningsafdeeling,
twee regimenten infanterie, een regiment Zouaven en twee regimenten artil
lerie. Van het ibegin van den oorlog gelegerd nabij St. Quentin, wordt zij op
10 Mei naar de omgeving van Namen gezonden (zij behoort dus blijkbaar
tot het Ie Leger), gaat zonder in gevecht te zijn geweest van daar naar
Fleurus en verder naar Courcelles, verdedigt deze plaats op 14 en 15 Mei,
trekt onderweg aangevallen door ,,5e colonnisten" verder terug naar
de omgeving van Bergen en op 19 Mei naar Bavai. Op het laatste traject
wordt zij door de Duitschers overvallen een van de afdeelingen artillerie
verliest het grootste deel van haar officieren, een andere wordt naar het z.
gedreven. Op 22 Mei heeft zij zich zoo goed mogelijk hereenigd ibij St. Amand,
gaat vandaar vechtend terug op Capelle, waar zij tot den 26sten in stelling