Het instinct tot zelfbehoud is aangeboren, het beheerschen van dat instinct moet aangeleerd en beoefend worden. Zucht tot zelfbehoud matig gedoseerd, werkt verspilling van de gevechtskracht tegen. Overdoseering heeft op de gevechtskracht een verlammenden invloed. De drang tot zelfbehoud heeft daarom in den strijd alleen zin, indien deze drang dienstbaar wordt gemaakt aan het streven, hem te bezigen als middel tot vernietiging van den vijand. Het moderne gevecht is geen romantisch bedrijf, maar een moderne zakelijkheid. Romantische gevechten worden alleen in romans uitgevochten. Gevechten kunnen romantisch wordenverteld. De strijd wordt gevoerd met wapens en soldaten. Niet het wapen is echter van overwegend belang voor den soldaat. De soldaat is van overwegend belang voor zijn wapen. Een goed soldaat is altijd het beste wapen in den strijd en wapens zijn in den strijd net zooveel waard als de strijder er uit weet te halen. In het gevecht heiligt het doel niet de middelen, maar in elk geval moeten de middelen het mogelijk maken het doel te bereiken. Niet het gevecht moet den strijder beheerschen, maar de strijder het gevecht, het gevecht in geestelijken en technischen zin. Geestelijk om zichzelf en zijn medestrijders te kunnen aanzetten den strijd tot het einde voort te zetten, technisch om voor dien strijd de gunstigste voorwaarden tot succes te kunnen scheppen. In den strijd zijn niet de strijdmiddelen, maar zijn moed, kennis en doorzicht uitslaggevende factoren. In het gevecht is geen enkele strijder overbodigelke niet- strijder te veel. Het vuur maakt niet alleen indruk door zijn uitwerking, maar ook door zijn geluid. Krijgsrumoer is daarom een belangrijk strijdmiddel. Wie echter tegenover het vuur van den vijand alleen zijn eigen vuur stelt, brengt het nooit tot de overwinning. Vuur en beweging is de oplossing van het probleem. 651

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1941 | | pagina 8