2. De Oorlogsbegrooting.
Het volgende is ontleend aan de memorie van antwoord op het
afdeelingsverslag terzake de oorlogsbegrooting voor 1942.
852
Voor wat de militaire Luchtvaart betreft heeft sedert het uitbreken van
den oorlog de wenschelijkheid van een uitzending van oorlogsvliegers voor
oogen gestaan.
Met voldoening nam de Regeering kennis van de waardeering, welke werd
uitgesproken voor de voortvarendheid, waarmede de aanschaffingen ten
behoeve van de versterking van land- en zeemacht zijn voortgezet. Zij kan
verzekeren, dat op den ingeslagen weg waarbij van elke mogelijkheid tot
levering zoowel in Amerika als elders gebruik wordt gemaakt, zal
worden voortgegaan. Het is de overtuiging van de Regeering, dat deze moge
lijkheid, voor zoover de bestellingen in Amerika plaats vinden, niet zoozeer
afhankelijk is van de stemming aldaar ten opzichte van Nederlandsch-Indië
als wel van de leveringscapaciteit der Amerikaansche oorlogsindustrie, in
verhouding tot de zoozeer en van zooveel zijden toegenomen vraag naar
oorlogsmateriaal uit het Amerikaansche arsenaal.
1. DEFENSIE-LEIDING.
Aan den wederom uitgeoefenden drang tot instelling van een defensieraad
kan de Regeering evenmin als het vorige jaar (I.M.T. 1941 nr. 1, blz. 76)
toegeven. De bestaande toestand heeft in de sindsdien verloopen maanden,
waarin veelomvattend, tot snel handelen nopend werk moest plaats vinden,
zijn doelmatigheid bewezen.
De kennisneming van het zeer belangrijke aandeel dat de Engelsche
vrouwen op vrijwel elk terrein hebben in de oorlogvoering, heeft geen wij
ziging gebracht in het standpunt der Regeering. Dit standpunt Zij moge
het herhalen staat geenszins afwijzend tegenover een verruiming van de
inschakeling van de vrouw in de oorlogsvoorbereiding en oorlogvoering
de Regeering blijft hieraan dan ook Haar aandacht schenken. Dit heeft tot
gevolg gehad, dat reeds meer plaatsen aan vrouwen voor administratieve
functies zijn toegedacht.
Inschakeling in militaire functies levert ernstige moeilijkheden op met het
oog op de, vooral in het tropische klimaat, zware physieke eischen, welke
aan de vervulling van die functies moeten worden gesteld, alsmede de afwij
kende verpleging en verzorging, welke de vrouw noodig heeft.
Niettemin wordt ernstig overwogen, ter vervulling van bepaalde functies,
waar vorenstaande bezwaren minder gelden, vrouwen ter vervanging van
mannen in te schakelen.
2. LEGERUITBREIDING EN PERSONEELSSTERKTE.
De door verschillende leden tot uiting gebrachte bezorgdheid over het ten
achter blijven bij andere legeronderdeelen van de formaties van den Militair
Geneeskundigen Dienst en de Intendance, acht de Regeering ongegrond.
Ook deze diensten ondergaan de uitbreiding, welke noodig is om de hun
toevallende taak naar behooren te kunnen blijven verrichten.
Het aantal voor 1941 in opleiding genomen of te nemen recruten voor
beroepsmilitair, kort-verband militair en Europeesche militie bedraagt bijna
V-k maal het aantal recruten, dat voor de Inheemsche militie in opleiding
zal komen. Bij de infanterie bedraagt het aantal recruten meer dan het dub
bele van dat in normale tijden. Bovendien hebben talrijke andere opleidingen
en heropleidingen plaats, zooals herhalingsoefeningen voor militie^ en land
storm, opleiding voor ongeoefende landstormers en militieplichtigen voor
bijzondere functies, vacantie-opleiding voor militie, opleiding voor instruc
teur voor stads- en landwachten, versnelde kaderopleiding bij de Europeesche
militie, mitrailleuropleiding voor den landstorm, opleiding voor auto-,tractor
en vechtwagenbestuurder.